Steindachner's tongbijter

Nee, officieel heeft Ceratothoa steindachneri nog geen Nederlandse benaming, maar het meest logische is om simpelweg de naamgever te benoemen. Steindachner's tongbijter is een zogenaamde ectoparasiet. Hij parasiteert vissen door zich aan de tong te hechten, wat atrofie veroorzaakt. De tong krijgt dus geen voedingsstoffen meer en sterft af. Vervolgens vervangt de tongbijter de tong. Recent onderzoek heeft aangetoond dat een infectie met Steindachner's tongbijter bloedarmoede, laesies, groeiachterstand, vermagering en sterfte kan veroorzaken.
[Image credit: Pisces Conservation Ltd.]
Franz Steindachner (1834-1919) was een Oostenrijkse zoöloog, ichtyoloog en herpetoloog. Hij publiceerde meer dan 200 artikelen over vissen en meer dan 50 artikelen over reptielen en amfibieën. Steindachner beschreef honderden nieuwe vissoorten en tientallen nieuwe amfibieën en reptielen.

Steindachner's tongbijter is dus een uiterst vervelende parasiet die behoort tot de pissebedden (Isopoda). De soort is sinds 1996 bekend van de Britse kustwateren en sinds 2020 van de Belgische. De eerste Nederlandse exemplaren werden, vreemd genoeg, ontdekt op de Wijting (Merlangius merlangus), terwijl zowel de Britse als Belgische parasieten steeds op exemplaren van de Kleine pieterman (Echiichthys vipera) werden aangetroffen. Maar de situatie is intussen genormaliseerd, want ook in Nederlandse kustwateren blijken nu de Kleine pietermannen geinfecteerd te zijn. De infectiegraad is zelfs al aanzienlijk.

Daarna keek Mardik Leopold, samen met collega's van Wageningen Marine Research, speciaal naar ze uit tijdens de jaarlijkse visbemonsteringen op de Westerschelde. De parasiet bleek veelvuldig aanwezig op Kleine pietermannen, zowel op de staartwortel als elders op de buitenkant van het vissenlijf — soms zelfs met twee tegelijk op één vis. En ook op de tong van sommige pietermannen bleken exemplaren aanwezig (lang niet elke vis werd in de bek gekeken).

De besmettingsgraad blijkt aanzienlijk. In Groot-Brittannië werd tot 33 procent besmetting gemeten. In de zomer van 2024 bleek dat van de 200 in België bekeken vissen er 170 besmet waren (85 procent). Bij deze globale check van de vier monsterlocaties in de Nederlandse Westerschelde droeg ook een aanzienlijk deel van de gevangen Kleine pietermannen de parasiet bij zich (circa 40 procent, mogelijk lag het werkelijke percentage zelfs nog hoger).

Hoewel deze soort een duidelijke voorkeur heeft voor de tong van de Kleine pieterman, kunnen ze dus ook op Wijting en vermoedelijk nog andere vissen voorkomen. Bovendien worden ze ook op andere delen van het lichaam van vissen gevonden. Bij het opvissen van verwante soorten is gebleken dat de parasieten, wanneer ze eenmaal op het dek lagen, de bek van hun gastheer snel kunnen verlaten. Vaak klemmen ze zich daarna aan de buitenzijde van de vissen vast, bijvoorbeeld aan de kieuwdeksels of op de staartwortel.

Hoewel de soort sinds 1996 bekend is van de Britse kustwateren, denken wetenschappers dat Steindachner's tongbijter de zuidwestkust van het Verenigd Koninkrijk al tussen de jaren zestig en tachtig van de vorige moet hebben gekoloniseerd. Die uitbreiding van het verspreidingsgebied is mogelijk het gevolg van klimaatverandering[1]. Zijn we dus weer mooi klaar mee.

[1] Horton, Okamura: The distribution of Ceratothoa steindachneri (Crustacea: Isopoda: Cymothoidae) parasitic in Echiichthys vipera in the north-east Atlantic in Journal of the Marine Biological Association of the United Kingdom - 2002

Bronnen (deels): hier en hier.

No comments:

Post a Comment