Iepenzigzagbladwesp

Als er nieuwe exoten in ons land opdoemen, moeten biologen soms creatief zijn om maar weer een nieuwe soortnaam te verzinnen. Dat is ongetwijfeld ook gebeurd bij de iepenzigzagbladwesp (Aproceros leucopoda) toen deze voor het allereerst in augustus 2013 in ons land nabij Kampen in Noordwest-Overijssel werd waargenomen. Het duurde tot februari 2014 voordat men voldoende gegevens bij elkaar had gesprokkeld om de soort daadwerkelijk te benoemen. Omdat men nu begreep dat de iepenzigzagbladwesp zich vermoedelijk al langer in ons land ophield, heeft men extra opgelet en de soort is inmiddels op ruim 100 plekken gevonden, van het Friese Buitenpost als meest noordoostelijke vindplaats tot Axel in Zeeuws-Vlaanderen als meest zuidwestelijke.

De iepenzigzagbladwesp is een exoot die het alleen op iepen gemunt heeft en oorspronkelijk slechts bomen in Japan teisterde. Die vraatzucht veroorzaakt lokaal ontbladering van iepen. Sedert 2003 is deze lastpak in wat Midden-Europese landen als Polen en Hongarije ingeburgerd en hij verspreidt zich steeds verder over het Europese continent.

Al in 2012 had de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) deze soort als mogelijk risico voor ons land benoemd. Dat is trouwens ook alles wat deze overheidsorganisatie heeft gedaan om verspreiding van de iepenzigzagbladwesp tegen te gaan.

[Foto: Dik Vonk]

De aanwezigheid van deze bladwesp is eenvoudig te herkennen aan diens larven en de kenmerkende vraatsporen. De larven van de iepenzigzagbladwesp zijn helder lichtgroen met een licht geelbruine of geelgroene kop met een donkere band plus een kenmerkende zwarte tekening op de zijkant van het borststuk. De jonge larven (tot circa 6 mm lengte) vreten zich met een zigzagpatroon vanaf de buitenrand van het blad tot aan de middennerf. Zodra de larve de hoofdnerf bereikt, gaat hij terug naar de bladrand en begint daar opnieuw. De kaken van de oudere larven (tot circa 12mm lengte) zijn sterk genoeg om ook de zijnerven door te bijten en eten grotere vlakken weg zonder een zigzagspoor achter te laten.

Hoe is de snelle uitbreiding van de iepenzigzagbladwesp te verklaren? Deze keer zijn het vermoedelijk onbedoelde menselijke activiteiten geweest, met name via belangrijke transportroutes zoals snelwegen, spoorrails en rivieren. Relatief veel vindplaatsen blijken te liggen in bebouwd gebied en langs infrastructuur, zoals wegen en spoorwegen. Daarnaast telt ook het rivierengebied veel vindplaatsen.

De iep heeft het ondertussen maar zwaar. Deze boomsoort is nog steeds niet hersteld van de aanslag van de iepziekte, die zorgde voor een massale kap, en nu moet de iep vrezen dat de iepenzigzagbladwesp zich niet al te thuis voelt in ons zo gastvrije land.

No comments:

Post a Comment