Zwarte kruisbes

Exoten hebben soms als bijkomend probleem dat er nog geen aanvaarde Nederlandse naam bestaat. Dat is ook het geval met de Ribes divaricatum, een Amerikaanse kruisbes. In zijn thuisland leven er een drietal ondersoorten (Ribes divaricatum divaricatum, Ribes divaricatum parishii en Ribes divaricatum pubiflorum) die het westen van Noord-Amerika van noord tot zuid onderling verdeeld hebben. Laten we niet ingewikkeld doen en deze soort de zwarte kruisbes te noemen.
De zwarte kruisbes is een struik, die tot drie meter hoog kan opgroeien. Hij bloeit met een kleine tros van hangende bloemen, elk met paars getinte groene kelkblaadjes en kleinere, lichtere bloemblaadjes die lange, uitstekende meeldraden omcirkelen. De vrucht is een zoet smakende eetbare zwarte bes van zo'n centimeter breed.

De noordelijke ondersoort, Ribes divaricatum divaricatum, komt in toenemende mate in Europa voor. Mogelijk zijn de planten rond 1900 ingevoerd. In die tijd zaaide Amerikaanse meeldauw of Ribesmeeldauw (Podosphaera mors-uvae) dood en bederf in Europa. Vooral de teelt van kruisbessen had toen bijzonder te lijden onder deze schimmel. Bij de zoektocht naar resistente Ribes-soorten kwam men uiteindelijk bij Ribes divaricatum uit. Door inkruisen met Ribes divaricatum is het gelukt om de hedendaagse meeldauwresistente kruisbescultivars te ontwikkelen.

Goed opgelost, zou je kunnen zeggen, maar zo werk de natuur natuurlijk niet. Na de eerste waarneming in 2001 worden sinds 2010 zwarte kruisbessen in toenemende mate in Nederland verwilderd aangetroffen. In 2015 werd de soort uit 2 kilometerhokken gemeld, in 2016 uit 3 en in 2018 al uit 8 kilometerhokken. In totaal is de soort nu in ongeveer 20 kilometerhokken waargenomen. Door de gelijkenis met kruisbes (Ribes uva-crispa) is het niet uitgesloten dat de soort over het hoofd gezien wordt en op meer plaatsen voorkomt.

Vooral in Noord-Europa lijkt de zwarte kruisbes zich op zijn gemak te voelen. In Noorwegen is de soort vanaf 1987 bekend uit de omgeving van Oslo. Naderhand werden ook verschillende groeiplaatsen langs de zuidwestelijke kust ontdekt. In het zuiden van Zweden is de soort vanaf 1998 op verschillende locaties aangetroffen. Inmiddels heeft de soort namen in de verschillende landstalen gekregen: svartstikkelsbær (zwarte kruisbes) in het Noors en spärrkrusbär (heggekruisbes) in het Zweeds. De eerste vondst op de Britse eilanden dateert uit 2003. In Nederland zijn waarnemingen bekend uit de provincies Drenthe, Zuid-Holland, Flevoland, Gelderland, Overijssel, Limburg, Noord-Brabant en Utrecht.

Als fruitgewas is de struik in Nederland in de handel onder de naam 'Worcesterbes'. De oorsprong van deze 'Worcesterbes' is niet helemaal duidelijk.

No comments:

Post a Comment