Waterspitsmuis

Ach gut, wat een leuk diertje, zal vaak de eerste reactie zijn bij het zien van een afbeelding van de waterspitsmuis (Neomys fodiens). Het is een van de grootste Europese spitsmuizen en kan gedurende zijn leven een lengte van zo'n tien centimeter bereiken. De kleur van de vacht is variabel. Vaak is de bovenzijde donkerbruin tot zwart, terwijl de onderzijde varieert van grijs-wit tot donkerbruin-zwart. Soms is de onderzijde zelfs gelig of roodbruin.

Zijn voorouders leefden tevreden in grote delen van Europa. Daar kon men ze voornamelijk aantreffen in het water van snelstromende rivieren en meren met een vrijwel ondoordringbare oeverbegroeiing. De waterspitsmuis is echter niet al te kieskeurig en zal voorkomen in vijvers en aan de kust. Met andere woorden: als er maar water in de buurt is, is de waterspitsmuis niet al te ver weg.
[Foto: Big iron]
De waterspitsmuis is een kleine rover en jaagt vooral op schaal- en schelpdieren, waterinsecten, visjes en amfibiën. Eigenlijk is het een alleseter omdat hij ook een babyzoogdiertje ook niet zal versmaden. Het opmerkelijke is dat deze spitsmuizensoort giftig speeksel heeft en dus, net zoals een slang, zijn prooi kan verlammen. Hoewel de meeste bronnen melden dat de waterspitsmuis de mens een te grote prooi vindt en ons niet zal aanvallen is de werkelijkheid anders. De waterspitsmuis is bijzonder territoriaal en zal soms alles en iedereen aanvallen als hij zich bedreigd voelt. Zelfs de mens zal hij daarbij niet ontzien en de beet is bijzonder pijnlijk hoewel zijn tandejes de menselijke huid zelden zullen doorboren. Het gif in het speeksel zal een lichte ontstekingsreactie van de huid opleveren die een paar dagen zal aanhouden.

De waterspitsmuis lijkt voor te komen in alle provincies en wordt het meest aangetroffen in waterrijke gebieden. Omdat de soort sterk gebonden is aan water vormt hij geen bedreiging voor zijn meer aan het droge land gebonden inheemse familieleden, de veldmuis (Microtus arvalis) en de huisspitsmuis (Crocidura russula). De drie soorten hielden elkaar dus perfect in balans. Daar waar de ene soort veel voorkwam, kwam de andere niet voor. Een handige verdeling van de teritoria.

Op de Waddeneilanden heersen plaatselijk zeer lokale microklimaten, die zorgen voor speciale biotopen waarin zeer speciale omstandigheden heersen en wat blijkt: de waterspitsmuis voelt zich prima thuis op enkele Waddeneilanden en de huisspitsmuis was in geen velden of wegen te bekennen. Op Texel heeft de waterspitsmuis zich aangepast aan wat drogere omstandigheden. In 2007 is echter in het noorden van Texel voor het eerst een huisspitsmuis aangetroffen, waardoor de situatie op het eiland waarschijnlijk geheel gaat veranderen.

[Update] Sinds 2011 is er geen enkele waterspitsmuis meer gezien. In de jaren daarna is er nog één dood exemplaar gevonden en af en toe een schedeltje in een braakbal van een kerkuil.

No comments:

Post a Comment