Met een naam als de Amerikaanse ribkwal (Mnemiopsis leidyi) is het niet verwonderlijk dat hij inheems was aan de oostkust van Noord- en Zuid-Amerika. Hij bewoonde daar de voedselrijke riviermonden vanaf de noordelijke Amerikaanse staat Rhode Island, via het Caraïbisch gebied tot de kusten van Brazilië en Argentinië.
![]() |
[Foto: www.people.bu.edu] |
Vermoedelijk is de Amerikaanse ribkwab via de Middellandse Zee naar de Noord- en Oostzee doorgereisd en de beschuldigende vinger wijst wederom naar ballastwater van zeeschepen. Hoewel menige geleerde geloofde dat deze kwallensoort niet in zulk koud water kon overleven, heeft hij zich ondertussen goed weten aan te passen. De Amerikaanse ribkwal verhuist simpelweg naar dieper water en daar daalt de temperatuur niet onder de 4oC.
In 2006 trof kwallenspecialist Arnold Tulp uit het Friese Nijega voor het allereerst exemplaren van de Amerikaanse ribkwal aan in de Waddenzee bij Harlingen, Ameland en Lauweroog. Dat was geen goed nieuws, want deze tot tien centimeter grote kwallensoort staat bekend als een van de meest schadelijke soorten omdat ze zich voeden voeden met de larven van de economisch belangrijke vis- en schelpdiersoorten. Omdat de Amerikaanse ribkwal zich ook nog eens razendsnel voortplant lagen toekomstige problemen voor de hand.
Tulp ving ze ook in 2013 weer massaal in zijn schepnet en volgens hem huizen de Amerikaanse ribkwallen met miljoenen in het zoöplakton, een verschijnsel dat kwallenbloei wordt genoemd.
Nederlands onderzoek, dat in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit werd uitgevoerd, concludeerde in al 2008 dat preventie, eliminatie en beheersing niet of nauwelijks effectief zouden zijn.
No comments:
Post a Comment