Rugstreep steurgarnaal

In Nederland is zijn een aantal steurgarnalen inheems, de gewone steurgarnaal (Palaemon elegans), de gezaagde steurgarnaal (Palaemon serratus), de langneussteurgarnaal (Palaemon longirostris) en de roodsprietgarnaal (Palaemon adspersus). Je zou dus denken dat die ecologische niche voldoende gevuld zou zijn.
[Foto: Natalia Zylowska]
Maar nee, de rugstreep steurgarnaal (Palaemon macrodactylus) heeft het nodig gevonden om zich ook in onze nationale wateren te vestigen. Het is een Aziatische soort die op het eerste gezicht sterk op andere Nederlandse steurgarnalen lijkt. De dieren hebben een doorschijnend lichtgrijs, bruin of wat groenachtig lichaam, met op de rug doorgaans een kenmerkende witte lengtestreep. De kleurpatronen variëren met de omgeving: in troebel water zijn meestal doorschijnender met minder kleur dan exemplaren uit helder water. Vrouwtjes worden tot 7 centimeter lang, terwijl mannetjes het met een schamele 4 centimeter moeten doen

In noordoostelijk Azië, het gebied van oorsprong, komt de soort voor in estuaria van rivieren. Deze soort is op het gemak bij iedere temperatuur, ieder zoutgehalte en ieder zuurstofgehalte. De rugstreep steurgarnaal heeft dus perfecte eigenschappen om de wereld over te trekken en zich overal succesvol te vestigen.

Rond 1956 werd het dier voor het eerst opgemerkt in de baai van San Francisco (USA). Van daaruit breidden ze zich snel uit naar andere gebieden in de regio, mede omdat ze als lokvoer in de visserij werden gebruikt. Toch duurde het tot 1992 voordat de rugstreep steurgarnaal ook uit andere werelddelen werd gemeld en in dat jaar werd hij voor het eerst waargenomen in het water van de Theems in Groot-Brittannië. Omdat de larven van de rugstreep steurgarnaal tot voor kort ongemerkt en ongestoord via het ballastwater van zeeschepen kon worden vervoerd, kon het niet uitblijven dat deze exoot zich ook in Nederland zou gaan vestigen.

Op basis van collectiegegevens wordt aangenomen dat de rugstreep steurgarnaal zich rond 1999 in de Westerschelde heeft gevestigd. Tijdens een inventarisatie in 2004 werd de soort aangetroffen langs de kust van IJmuiden tot Zeeland. Vanaf 2005 wordt de soort ook in de Zeeuwse Delta steeds vaker gezien door duikers van het Monitoringproject Onderwater Oever (MOO). Inmiddels zijn ook waarnemingen bekend uit de havens van IJmuiden, het Noordzeekanaal en de Waddenzee.

De rugstreep steurgarnaal vreet andere garnaaltjes en kreeftjes, terwijl deze garnaal zelf weer op het menu staat van vissen, vogels en mensen. In heel Azië bestaan recepten, waarin deze garnaal de hoofdrol vervult.

Al met al menen wetenschappers dat het met de impact van deze exotische steurgarnaal op de inheemse fauna en flora wel meevalt. Maar dát is niet het punt. Het punt is dat ze hier niet thuishoren.

No comments:

Post a Comment