Amerikaanse zwaardschede

De Amerikaanse zwaardschede (Ensis directus) is een tweekleppig weekdier dat, zoals zijn naam al bijna aangeeft van nature leeft in het water van de Noord-Amerikaanse Atlantische kusten van zuidelijk Canada tot de staat South Carolina in de USA. Al wordt tegenwoordig gemeld dat hij zich een stuk zuidelijker bij Florida ook al op zijn gemak voelt. De licht gebogen schelp kan hier een lengte bereiken van zo’n 16 centimeter, al zijn er in Amerika exemplaren aangetroffen van 25 centimeter. De kleur is bruinpaars met ietwat rozige of paarsige randjes. Die paarsige kleur onderscheidt hem van de inheemse grote zwaardschede (Ensis arcuatus), die wat minder naar het paars neigt. Alle zwaardscheden leven tot wel 50 centimeter diep in het zand of slik ingegraven en voeden zich met plankton en algen die ze uit het water wegfilteren.
De eerste exemplaren van de Amerikaanse zwaardschede zijn in Europa pas in 1979 aangetroffen in het rivierwater van de Elbe bij de Duitse havenstad Hamburg waar larven weer eens zijn meegelift met het ballastwater van een zeeschip. Ze voelden zich in Europese wateren behoorlijk thuis want vanuit Hamburg heeft de Amerikaanse zwaardschede zich snel uitgebreid richting Nederlandse waddengebied. In 1982 verscheen hij op het wad bij Schiermonnikoog. Twee jaar later werd de eerste Amerikaanse zwaardschede op het strand van Texel aangetroffen. In 1985 werden de eerste in het Zeeuwse deltagebied gevonden. Ondertussen komt dit schelpdier voor in de kustgebieden van Frankrijk tot en met Denemarken.

De Amerikaanse zwaardschede is hier eigenlijk maar een gast, maar hij gedraagt zich beslist niet als een welkome gast: hij heeft de hier van nature wonende zwaardschedesoorten voor een groot deel verdrongen en is op veel plaatsen de meest algemeen voorkomende soort.

Een geluk bij een ongeluk is dat de Amerikaanse zwaardschede een eetbaar schelpdier is. Het ongelukkige is dat wij Nederlanders geen liefhebber zijn van dit soort weekdieren. Een mossel of een oester gaat er nog wel in, maar voor een kokkel of een zwaardschede halen wij onze culinaire neus op. Wat zuidelijker waarderen ze de Amerikaanse zwaardschede al een stuk meer en dus wordt driftig (maar voorzichtig) op de schelpdieren gevist: de vissers spuiten ze door middel van een krachtige straal lucht of water uit de bodem en zuigen ze vervolgens op. Vervolgens worden ze geëxporteerd naar Spanje waar ze in de beroemde paëlla terechtkomen.

We hebben ondertussen ontdekt dat veel van de in Nederland geïntroduceerde exoten hier onbedoeld zijn gearriveerd als gevolg van het lozen van ‘besmet’ ballastwater van zeeschepen. Hoeveel moeite zou het kosten om wereldwijd af te spreken dat ballastwater ontsmet dient te worden voordat het geloosd mag worden?

[Fred de Vries]

No comments:

Post a Comment