Je zou kunnen denken dat het in ons land behoorlijk dichtbevolkt is met kraaiachtigen en dat er nauwelijks ruimte is voor nóg een soort. Het blijkt echter dat vogels zich niet erg druk maken om een dreigende overbevolking, want rond Den Haag vliegen – ondanks een vergunning om ze uit te roeien – nog steeds een paar huiskraaien (Corvus spendens) rond.
![]() |
[Foto: Greg Hume] |
Maar u weet hoe inventief de natuur is en terwijl de huiskraai zijn aanwezigheid met de dood moet bekopen is ongemerkt een andere kraaiachtige Nederland binnengevlogen: de witnekraaf (Corvus albicollis).
Deze raaf heeft een totale lengte van zo'n 50 centimeter en een spanwijdte van meer dan 80 centimeter. Hij onderscheidt zich van zijn familieleden doordat deze soort een witte vlek op zijn nek heeft. Kijk je iets nauwkeuriger dan zul je mogelijk ontdekken dat de witnekraaf, hoewel hij voornamelijk zwart lijkt, een wat paarsige gloed heeft op de veren van de borst en rug.
De witnekraaf is inheems in oostelijk en zuidelijk Afrika en leeft in open, voornamelijk bergachtige gebieden. Hij is, net als zijn Europese verwanten, niet mensenschuw en wordt vaak aangetroffen in dorpen en steden, waar hij (of zij) voldoende voedsel kan vergaren. De Sahara is een grote barriere voor de witnekraaf, want deze soort houdt van een beetje vochtigheid in zijn leefomgeving. Dat is dan ook de reden dat de soort niet in het Noord-Afrikaanse Atlasgebergte wordt aangetroffen.
En dus rijst de vraag hoe het mogelijk is dat de witnekraaf zo af en toe wél in ons land opduikt, terwijl deze vogel niet zelf de lange vlucht van oostelijk Afrika naar westelijk Europa heeft kunnen of willen maken. De oorzaak van zijn aanwezigheid in ons land is, zoals we al zo vaak hebben gezien, de hebzucht of praalzucht van de mens: de witnekraaf is ooit een kooivogel geweest, maar niets is bestand gebleken tegen zijn krachtige snavel.
No comments:
Post a Comment