Tamme kastanjegalwesp

De tamme-kastanjegalwesp (Dryocosmus kuriphilus) ziet er vrijwel hetzelfde uit als vele andere sluip- en galwespen. Ze zijn zwart, bezitten drie paar lichtbruine poten, twee paar doorzichtige vleugels en een setje relatief lange antennes. Deze antennen zijn aan de basis lichtbruin, maar verder grotendeels zwart. De tamme-kastanjegalwesp is slechts 3 mm groot.

Oorspronkelijk komt de tamme-kastanjegalwesp uit China, maar begon zich al na 1950 te verspreiden naar Japan. Ondertussen valt deze galwesp bomen aan in Korea, Nepal, zuidoostelijke delen van de USA en diverse landen in Zuid-Europa.
De larven overwinteren in de knoppen. Als de knoppen van de tamme kastanje (Castanea sativa), de Japanse kastanje (Castanea crenata), de Amerikaanse kastanje (Castanea dentata) en de Chinese kastanje (Castanea mollissima) zich in het voorjaar openen verschijnen de larven, die door zich te voeden al snel galvorming veroorzaken op de jonge scheuten en de jonge bladeren. In de 5 tot 20 mm grote groen tot roze gekleurde gallen ontwikkelen deze larven zich vervolgens verder. Na 20 tot 30 dagen vindt de verpopping plaats. Van midden mei tot ongeveer eind juli begin augustus verschijnen de volwassen insecten uit de poppen, die vervolgens in de knoppen tot 30 eieren leggen. Elke volwassen galwesp kan meer dan 100 eieren leggen. Die gallen worden gevormd aan jonge twijgen, op bladstelen en de hoofdnerf van bladeren. ontwikkelen jonge twijgen zich slecht. Ook neemt de vruchtzetting aan de boom af. Opbrengstverliezen tot 70% als gevolg van deze galvorming zijn gemeld. De tamme-kastanjegalwesp is wereldwijd de belangrijkste plaag in kastanjebomen.

Vooral in gebieden waar veel tamme kastanjebomen voorkomen kan deze galwesp grote schade veroorzaken aan de productie, het landschap en de natuur. Er zijn grote gebieden in Europa waar tamme kastanjebomen de belangrijkste beplanting is. De Europese Unie heeft daarom maatregelen verplicht gesteld om verspreiding te voorkomen.

De verspreiding van de tamme-kastanjegalwesp gebeurt deels op eigen kracht: hij vliegt jaarlijks gemiddeld acht kilometer in noordelijke richting. Het grootste gevaar is echter het gesleep met plantmateriaal van kastanjebomen. Je denkt dat het als gemeente leuk staat in je onnozele plantsoen om een exotische kastanje aan te planten en je staat plots in de krant vanwege het importeren van een tamme-kastanjegalwesp. Al in 2010 werd deze galwesp in Nederland aangetroffen. In juni 2015 werden gallen van de tamme-kastanje galwesp in een oude boom in een particuliere tuin in Aalten waargenomen. Tegelijkertijd werden zo’n 30 kilometer verderop, in de Duitse plaats Wesel, ook al gallen gevonden. Alles wijst er op dat de galwesp op natuurlijke wijze Aalten heeft bereikt.

No comments:

Post a Comment