Zoals zijn naam al aangeeft, boort de Amerikaanse boormossel zichzelf in een harde ondergrond als klei, hout, kalksteen, rots of koraal. Het is eigenlijk nauwelijks voor te stellen dat een klein weekdiertje – hij is maximaal vijf centimeter lang – in staat is om door zulke harde ondergronden te boren. Hij leeft in het boorgat en de Amerikaanse boormossel kan niet in open water overleven. Dit weekdier ademt en filtert zijn voedsel via een tweetal sifons. Hoe ouder het dier wordt, hoe dieper het zichzelf inboort. In het algemeen wordt de Amerikaanse boormossel aangetroffen in ondiep water en de maximale diepte is zo’n acht meter. Hij vermenigvuldigt zichzelf door middel van larven, die met de stroming worden meegevoerd.
![]() |
[Foto: g-u-t] |
In Nederland is hij tegenwoordig te vinden in de Waddenzee en dat is niet zonder gevolgen gebleven. Terwijl de Amerikaanse boormossel zich ongebreideld begon uit te breiden, verdrong hij tegelijkertijd in de Waddenzee de witte boormossel (Barnea candida), een sinds mensenheugenis aanwezige inheemse soort.
De Amerikaanse boormossel is dus al meer dan 200 jaar geleden aangekomen, maar betekent dat ook dat hij als inheems moet worden gezien? Sommige deskundigen denken van wel en noemen deze soort wat dubbelzinnig ‘ingeburgerd’. Zelf denk ik dat een dergelijke exoot hier gewoon niet thuis hoort omdat hij inheemse soorten blijft verdringen, geen natuurlijke vijanden heeft en drager kan zijn van allerhande virusziekten.
Kunnen we alsnog de bestrijding ter hand nemen en de opmars van deze boormossel een halt toeroepen? Nee, het point of no return is al lang geleden bereikt.
No comments:
Post a Comment