Omdat hij zich ophoudt in troebel water heeft het ook weinig zin om een opvallend uiterlijk te hebben en dus zijn de wilde dikkopelritsen dof olijfgrijs van kleur met overdwars een wat donkerder streep. Het visje kan bogen op een totale lengte van zo’n zeven centimeter.
![]() |
[Foto: Fluri] |
Er waren al enkele voorplantende populaties bekend in Frankrijk en België. In 2007 bleek een grote, maar gelukkig nog geïsoleerd levende en zich voortplantende populatie aanwezig te zijn in het Gelderse Neede. Een aantal natuurbeschermingorganisaties hebben deze populatie (pas) sinds 2010 bestreden. Sindsdien zijn er op nog drie locaties populaties van de dikkopelrits waargenomen: in de duinen van Meijendel (bestreden in 2011), nabij vliegveld Twente en rondom Maastricht.
Doet zo’n klein visje dan zoveel kwaad dat iedereen in de stress moet raken als er eentje in ons oppervlakte water wordt aangetroffen? Jawel, want het risico van de dikkopelrits zit in het feit dat de soort als gastheer kan dienen voor de bacterie Yersinia ruckeri. Deze veroorzaakt bij een aantal inheemse vissoorten, waaronder zeelt, paling en zalmachtigen, de dodelijke ziekte Enteric Redmouth Disease (ERD).
Plotseling vinden aquariumhouders, vijverhouders, sportvissers en wetenschappers het helemaal geen goed idee meer om die dikkopelrits in Nederlands vrij baan te geven. Krijgen ze van hun vrouw op de kop als die zich bij Albert Heijn een hoedje schrikt van de prijs van de visproducten.
No comments:
Post a Comment