Dikkopelrits

De dikkoprits (Pimephales promelas) is een zoetwatervissoort, die van nature voorkomt in grote delen van Noord-Amerika; van zuidelijk Canada tot noordelijk Mexico. Deze vis doet het goed in modderige poelen en stroompjes die zuurstofarm zijn. Daardoor heeft hij een evolutionair voordeel ten opzichte van andere vissen, die wat meer aan luxere omstandigheden gewend zijn.

Omdat hij zich ophoudt in troebel water heeft het ook weinig zin om een opvallend uiterlijk te hebben en dus zijn de wilde dikkopelritsen dof olijfgrijs van kleur met overdwars een wat donkerder streep. Het visje kan bogen op een totale lengte van zo’n zeven centimeter.
[Foto: Fluri]
Tot nu geen enkel probleem, zo zult u op dit moment opmerken. Dat klopt. Die problemen volgen nu. De soort heeft zich in grote delen van Eurazië kunnen verspreiden doordat hij in grote getale als eenvoudig te kweken aasvis voor de sportvisserij werd gebruikt. U vat hem natuurlijk al: niet iedere dikkopelrits werd een prooi voor de vraatzuchtige vissen en ontsnapte van de haak. Aquariumhouders en vijverhouders waren vaak ook een groot liefhebber van de dikkopelrits, maar niet van die saaie olijfgrijze versie; zij hielden van een mutatie die hier de naam goudelrits heeft gekregen, maar in Amerika te boek staat als rosy-red minnow ofwel rozerode elrits. U vat hem natuurlijk al: teveel vissen betekent vrij laten in het oppervlaktewater. Tot slot is de dikkopelrits in gebruik als laboratoriumvis. Hij wordt bijvoorbeeld gebruikt om de waterkwaliteit te meten en om te giftigheid van chemische stoffen in gewervelde dieren aan te tonen. U vat hem natuurlijk al: dat gaat wel eens fout.

Er waren al enkele voorplantende populaties bekend in Frankrijk en België. In 2007 bleek een grote, maar gelukkig nog geïsoleerd levende en zich voortplantende populatie aanwezig te zijn in het Gelderse Neede. Een aantal natuurbeschermingorganisaties hebben deze populatie (pas) sinds 2010 bestreden. Sindsdien zijn er op nog drie locaties populaties van de dikkopelrits waargenomen: in de duinen van Meijendel (bestreden in 2011), nabij vliegveld Twente en rondom Maastricht.

Doet zo’n klein visje dan zoveel kwaad dat iedereen in de stress moet raken als er eentje in ons oppervlakte water wordt aangetroffen? Jawel, want het risico van de dikkopelrits zit in het feit dat de soort als gastheer kan dienen voor de bacterie Yersinia ruckeri. Deze veroorzaakt bij een aantal inheemse vissoorten, waaronder zeelt, paling en zalmachtigen, de dodelijke ziekte Enteric Redmouth Disease (ERD).

Plotseling vinden aquariumhouders, vijverhouders, sportvissers en wetenschappers het helemaal geen goed idee meer om die dikkopelrits in Nederlands vrij baan te geven. Krijgen ze van hun vrouw op de kop als die zich bij Albert Heijn een hoedje schrikt van de prijs van de visproducten.

No comments:

Post a Comment