Slanke knobbelhoren

De slanke knobbelhoren (Melanoides tuberculata) is een zoetwaterslak, die al een hele wereldreis achter de rug heeft. De schelp is lichtbruin van kleur met donkere vlekken. De schelp is zeer langgerekt conisch gewonden en heeft bij volwassen exemplaren ongeveer 14 windingen. Gemiddeld is de schelp een centimeter of drie lang.

Deze slakkensoort is inheems in tropische en subtropische wateren van Noord- en Oost-Afrika tot in Zuidoost-Azië. Hij voedt zich met algen en plantenresten. Het liefst leeft de slanke knobbelhoren in ietwat langzaam stromend water en zoekt zijn heil in een modderige bodem tot een diepte van zo’n anderhalve meter. Dat betekent dat hij in zijn thuislanden het meest voorkomt in mangrovebossen en in de slikvelden van riviermondingen. De soort is behoorlijk zouttolerant en kan dus ook in het grensgebied van zoet en zout leven.
[Foto: Marisa_C]
Als alles meezit, kan de slanke knobbelhoren zich in enorme aantallen voortplanten en uitbreiden. In een tropische riviermond zijn ooit tellingen verrichten en het bleek dat deze slak op sommige plaatsen samenleefde met meer dan 37,000 familieleden per vierkante meter.

De dieren zijn vooral 's nachts actief. Overdag verbergen ze zich in de modder of kruipen weg onder begroeiing of stenen. De slanke knobbelhoren zou alleen kunnen blijven leven bij een temperatuur hoger dan 15°C.

Tot nu toe lijkt er geen enkel probleem te zijn: hij houdt van langzaam stromend water met een modderige bodem en houdt niet van koude. Maar zijn eetgewoonten hebben er voor gezorgde dat de slanke knobbelhoren een geliefde gast is in aquaria. Hij kan er immers voor zorgen dat een aquarium verschoond blijft van algen en plantenresten. De soort wordt ook nog eens verspreid doordat levende dieren zich tussen verhandelde waterplanten hebben verstopt. Op deze wijze is de soort over de hele wereld verspreid geraakt.

Je weet hoe het vaak gaat met liefhebbers van aquaria: waterplanten planten zich ongebreideld voor en het overschot wordt vaak achteloos in het oppervlaktewater gegooid. In die waterplanten zitten dan jonkies van de slanke knobbelhoren. Het gevolg is dat deze zoetwaterslak zich ondertussen ook in ons land een vaste plek heeft verworven.

Maar, zo zult u als lezer opmerken, hij zal toch zeker onze koude winters toch niet kunnen overleven? Nou, dat valt wel mee want in Nederland is die vervelende slanke knobbelhoren bijvoorbeeld aangetroffen in afwateringskanalen van elektriciteitscentrales. Op deze plaatsen is de watertemperatuur voldoende hoog voor de soort om zich te kunnen handhaven. Er bestaat dus een evolutionaire druk voor de slanke knobbelhoren om zich aan te passen aan ons klimaat en het zal niet lang duren voordat hij zich heeft aangepast.

No comments:

Post a Comment