Zonnebloemboorvlieg

De zonnebloemboorvlieg (Strauzia longipennis) komt oorspronkelijk voor in Noord-Amerika waar ze wijdverspreid is en de soort wordt aldaar niet als een groot probleem ervaren. Het is een voor boorvliegen opvallend grote soort met een lengte van 6 à 7 millimeter. De volwassen dieren zijn oranjegeel, waarbij het borststuk en de punt van het achterlijf van de vrouwtjes vaak wat donkerder van kleur zijn. De vleugeltekening is bruingeel en bestaat uit onderling verbonden gele tot bruine banden.
De larven van de zonnebloemboorvlieg leven in de stengels van planten uit de grotere familie van zonnebloemen (Helianthus spp.). De eieren worden op beschaduwde delen van de stengel afgezet en de larven boren hierin verticale tunnels. Wanneer er verschillende larven in één stengel leven kunnen ze de stengels ernstig verzwakken, waardoor ze makkelijk breken. De volgroeide larven verlaten van eind augustus tot begin september de stengel om zich te verpoppen in de strooisellaag. Vanaf begin juni verschijnen de volwassen dieren. De soort heeft één generatie per jaar.

De larven leven in zowel de wilde als gekweekte varianten van de zonnebloem (Helianthus annuus) en zijn tevens gevonden in de langs sommige Nederlandse rivieren ondertussen algemeen voorkomende aardpeer (Helianthus tuberosus).

De schade aan zonnebloemen die door de larven wordt veroorzaakt levert meestal geen groot probleem op, tenzij er zeer grote aantallen larven per stengel aanwezig zijn. In dat geval raakt zo'n stengel ernstig verzwakt en kunnen hele velden al snel door sterke windvlagen platwaaien.

Veel belangrijker is dat de stengel verzwakt en daardoor sneller vatbaar wordt voor zogenaamde secundaire infecties door bijvoorbeeld schimmels.

De zonnebloemboorvlieg werd in 2010 voor het eerst in Europa aangetroffen in een tuin in Berlijn. Daarna werd het tijd om eens gericht te zoeken, want als er eentje is, zijn er vermoedelijk veel meer. Inderdaad werd de soort in 2011 gevonden op maar liefst 16 verschillende locaties in die stad en in 27 zonnebloemvelden in de deelstaat Brandenburg. Omdat zonnebloemen en aardperen veel in tuinen en in het wild worden aangetroffen lijkt het mij dat de verspreiding ondertussen veel verder is dan gemakzuchtig wordt aangenomen. Ik denk dat deze exoot ondertussen al grote delen van Duitsland heeft veroverd.

Daarna beginnen de problemen pas echt, want in Zuidoost-Europa worden zonnebloemen in grote hoeveelheden verbouwd. Op en in onze broden worden steeds vaker zonnebloempitten verwerkt. Indien de zonnebloemboorvlieg in die landen eenmaal een voet aan de grond krijgt, krijgt zadenhandelaar Red River-van Eck te maken met stijgende grondstofprijzen en zonnebloemzaden van een verslechterende kwaliteit ('in 2015 werd Red River van Eck geconfronteerd met een aantal kwaliteitsproblemen die leidden tot uitdagingen op het gebied van het leveren van goede producten aan klanten met operationele verliezen als gevolg'). Dat alles zorgt voor stijgende prijzen en die worden natuurlijk doorberekend aan de consument. U dus.

No comments:

Post a Comment