De Filippijnse tapijtschelp heeft een tot 7.5 centimeter brede ovaalvormige en gelijkkleppige schelp. De schelp is geelwit van kleur, maar kan neigen naar geelbruin of bruin. Hij leeft het liefst in ondiep water, maar wordt ook wel in wat water dieper water aangetroffen.
![]() |
[Foto: www.xenophora.org] |
Met het broedsel van de Japanse oester uit Azië werden ook allerhande andere diertjes meegevoerd en eentje daarvan kon wel eens de Filippijnse tapijtschelp zijn geweest. Men weet in ieder geval zeker dat de introductie in 1930 van dit schelpdier in Amerika en Canada het direct gevolg was van de import van oesterbroed.
Van 1970 tot 1972 verwoeste een oesterziekte vrijwel alle Portugeze oesters (Crassostrea angulata) in de wateren van de Franse Atlantische kunsten. 'Gelukkig', zo noemen de Fransen het nu in hun toeristische brochures, kon men de Japanse oester als vervanging gebruiken. Spanje en Italië hadden vergelijkbare problemen en oplossingen. Het gevolg van al die onnadenkenheid was dat de Filippijnse tapijtschelp ondertussen wijd verspreid is in Frankrijk, Portugal, Spanje en Italië.
Inmiddels is dit schelpdier ook bekend in Nederland. Vooral in Zeeuwse wateren worden steeds meer exemplaren aangetroffen. Het diertje blijkt echter nogal vatbaar te zijn voor wat dierziektes, waaronder Brown Ring Disease (BRD), veroorzaakt door de bacterie Vibrio tapetis, en Perkinsosis, een infectie met een parasiet. Vervolgens zijn ze weer een infectiehaard voor oesters.
In Azië is de Filippijnse tapijtschelp een delicatesse en inmiddels worden in Zuid-Europese landen duizenden tonnen opgekweekt, opgevist en opgegeten. Dus zou het, in theorie, een goed idee zijn om hem ook hier op het menu te zetten.
No comments:
Post a Comment