Valse oesterdief

Het is niet helemaal duidelijk waar de valse oesterdief (Leathesia difformis) oorspronkelijk vandaan is gekomen, maar geleerden denken dat zijn geschiedenis gezocht moet worden aan de westelijke kusten van Noord-Amerika, vanaf de Beringzee tot de Baja California (Baai van Californië). De valse oesterdief is een zeewier, dat behoort tot de bruine wieren, en zich gewoonlijk vasthecht aan andere wieren of rotsen. Men noemt het een littoraal wier en dat is een moeilijke term voor een wier dat zich ophoudt in de getijdenzone en daarmee wordt gewoonlijk weer het gebied tussen eb en vloed bedoeld. Maar niet altijd.

In het Engels wordt hij vaak de sea potato ('zeeaardappel') genoemd, maar daarmee wordt in werkelijkheid een zeeëgelsoort (Echinocardium cordatum) bedoeld. De enig juiste Engelse naam van de valse oesterdief is de sea culliflower ('zeebloemkool').
[Foto: Biopix]
Wanneer de valse oesterdief nog jong is, is het organisme een stevig balletje, maar als hij volgroeid is wordt zijn vorm meer onregelmatig en lijkt dan meer op een leerachtige bruine zak met de grootte van een tennisbal. Mensen, die meer luguber zijn ingesteld vergelijken hem dan met hersenen. Tenslotte kan een valse oesterdief een omvang van zo’n 15 centimeter bereiken. Als je dit wier vastgrijpt en er in knijpt blijkt dat hij van binnen hol is en direct desintegreert tot losse delen.

De valse oesterdief dankt zijn naam niet aan zijn valse karakter, maar aan een andere zeebewoner, de echte oesterdief (Colpomenia peregrina). Jawel, dit is ook al een bruin zeewier en staat ook alweer in Engelstalige landen vaak foutief bekend als de sea potato. Zijn échte Engelse naam is de oyster thief ('oesterdief'). De echte oesterdief is eveneens aan een opmars bezig en heeft al in 1906 de oesterbedden in Engeland en Frankrijk bereikt. Hij is met maximaal 25 centimeter doorsnede ook een stuk groter dan zijn valse naamgenoot. Het grootste verschil is echter dat hij niet uiteenvalt als je hem samenknijpt.

Natuurlijk vraag je je op dit moment waarschijnlijk af waarom deze bruine wieren de naam van oesterdief hebben ontvangen. Stelen ze soms stiekem onze oesters? Zoals gezegd hechten deze wieren zich ook op rotsen en voor een wier lijkt het ruwe oppervlak van oesters genoeg op stevige rotsen op zich ook daarop te gaan hechten. Maar daardoor werkt zo’n wier wel als een soort zeil en door de sterke stroming worden oesters dan soms van hun plaats gerukt en drijven dan hun veilige oesterbed uit.

De valse oesterdief is ondertussen aangetroffen in de Oosterschelde, Grevelingen en recent (2013) in de Waddenzee in de haven van het Texelse Oudeschild.

No comments:

Post a Comment