Mexicaanse zwartsteel

De Mexicaanse zwartsteel (Isodontia mexicana) is een zogenaamde langsteelgraafwesp. Hij is geheel zwart, is circa drie centimeter groot, heeft een lange dunne achterlijfsteel die enigszins naar beneden is gebogen en heeft een blauw metallic weerschijn op de vleugels.
[Image: pjt56]
De Mexicaanse zwartsteel is enkele tientallen jaren geleden per ongeluk uit het midden van Amerika ingevoerd in het Middellandse Zeegebied. Sindsdien is een opmars naar het koelere noorden in gang gezet, mogelijk als gevolg van de opwarming van de aardbol.

In ons land is ze in het Brabantse Sint-Michielsgestel voor het eerst in 2010 waargenomen. Daarna is de soort nog enkele keren in dezelfde provincie waargenomen, maar ook één keer op de Veluwe. De verwachting is dat de uitbreiding naar het noorden gestaag door zal gaan.

Deze soort heeft zich definitief in ons land gevestigd. Ditzelfde geldt overigens voor haar voornaamste prooi, de zuidelijke boomsprinkhaan (Meconema meridionale), die zich hier al een flink aantal jaren langer zeer succesvol voortplant, maar ook een immigrant is, die hier zelfs vleugelloos kon komen door zich door de mens te laten vervoeren. Beide nieuwkomers hebben nu hun plekje veroverd. De Mexicaanse zwartsteel is geen concurrent van onze eigen inheemse langsteelwespen, want dat zijn grondbewonende soorten, die geen sabelsprinkhanen meebrengen om in hun nest te leggen. Hoe vaak de zwartsteel ook onze inheemse boomsprinkhaan als prooidier gebruikt is nog onderwerp van studie. Deze sprinkhaansoort is als volwassen dier wel gevleugeld, in tegenstelling tot de zuidelijke boomsprinkhaan.

De volwassen wespen kunnen vooral waargenomen worden in de maanden juli en augustus bij insectenhotels en op bloemen zoals munt, guldenroede, rode duizendknoop en venkel.
[Foto: Thijs Schreuders | Mexicaanse zwartsteel met zijn prooi een zuidelijke boomsprinkhaan]

Het gedrag is opvallend. De zwartsteel zoekt vooral zuidelijke boomsprinkhanen, zowel mannelijke als vrouwelijke. Ook een enkele inheemse boomsprinkhaan (Meconema thalassinum) wordt als prooi aangevoerd. Niet zelden worden van de door een steek verlamde prooien de antennes afgebeten. De graafwesp vervoert de sprinkhanen vliegend, waarbij ze de antennes(stompjes) tussen haar kaken klemt en het lijf ondersteunt met haar poten. Recente observaties van de nestgangen laten zien dat deze langsteelgraafwesp wat betreft sprinkhanen vier (volwassen) tot elf (nimfen) per broedcel aanvoert. De broedcellen worden gescheiden door strobundeltjes gemaakt van met de kaken bewerkte lange (tot wel 20 cm) grassprieten. Op de als eerste of tweede aangevoerde sprinkhaan wordt een wat gebogen langwerpig ei gelegd. De uitgekomen wespenlarven hebben dan voldoende voedsel ter beschikking. Er worden, afhankelijk van de lengte van de nestgang meerdere broedcellen achter elkaar aangelegd. De nestgang wordt uiteindelijk afgesloten met verse of verdroogde grashalmen.

Bron: Pieter van Breugel in Kijk op Exoten 25

No comments:

Post a Comment