Exotische korstmossen

Regelmatig worden er korstmossen aangevoerd met stenen uit het buitenland. Veel van die aangevoerde korstmossen sterven na hun aankomst in Nederland al snel af. Sommige korstmossen kunnen echter wel in het Nederlandse klimaat overleven en kunnen dan jarenlang aanwezig blijven op de stenen waarmee ze zijn aangevoerd. Op de stenen van het 'Internationaal monument voor het onbekende kind' op de Veluwe werden in 2009 zeven soorten korstmossen aangetroffen die niet eerder in Nederland waren vastgesteld.
[Image: Sander van Zon - Peruviaans schildmos]

Het 'Internationaal monument voor het onbekende kind' ligt bijna verdwaald in een heideveld op de Veluwe bij Rozendaal. Het monument is nog steeds onvoltooid, maar moet uiteindelijk uit 35 grote stenen bestaan die afkomstig zijn uit landen over de hele wereld. Het monument is in 2004 officieel geopend toen er negen stenen lagen. In 2009 werden de korstmossen op het monument maar eens bestudeerd. Het aantal keien was toen al uitgegroeid tot 14. Per 2022 bestaat het monument uit 17 grote stenen. De stenen zijn zowel kalkhoudend als zuur, het monument bevat onder andere een granieten kei uit Peru, een basaltpilaar uit IJsland en een groot brok kalksteen uit Frankrijk.

In 2009 werden er door André Aptroot zeven soorten korstmossen nieuw voor Nederland gevonden. Deze soorten werden gevonden op een granieten kei uit Peru en op een basaltblok uit IJsland. Veel andere stenen waren kennelijk min of meer schoon aangevoerd of hebben korstmossen bevat die vrijwel direct zijn afgestorven. De meeste nieuwe soorten werden maar op één steen gevonden, maar twee soorten hadden zich in 2009 al verder verspreid. Het Peruviaans schildmos (Xanthoparmelia microspora) en het bruin stippelschildmos (Punctelia stictica) zaten niet alleen op de oorspronkelijke steen uit Peru, maar allebei ook al op drie andere stenen.

In 2022 werden de korstmossen op de stenen van het monument opnieuw onder de loep genomen. Enkele soorten korstmossen waren nog aanwezig en in goede conditie. Glashaarschubje (Agonimia opuntiella), bruine zeepkorst (Placopsis fuscidula) en berijpte stuifmeelkorst (Thelocarpon olivaceum) konden niet worden teruggevonden. Het goudsteenschubje (Acarospora chrysops) heeft zich met twee kleine exemplaren gevestigd op een tweede steen. Het Peruviaans schildmos en het bruin stippelschildmos hebben zich niet verder uitgebreid en zijn zelfs van enkele stenen verdwenen.
Hoewel enkele van de op het monument aangevoerde korstmossen nu al zo’n 15 jaar stand houden en zich soms zelfs iets uitbreiden, lijkt de kans vooralsnog klein dat ze zich verder over Nederland kunnen verspreiden. Op het monument zijn de soorten stabiel of vertonen een kleine voor- of achteruitgang, en in de wijde omgeving van het monument liggen er weinig andere keien waarnaar de soorten zich kunnen verspreiden.

Het loont de moeite om het 'Internationaal monument voor het onbekende kind' en andere locaties met aangevoerde stenen in de toekomst te blijven volgen.

Zo zie je maar: je verzint een onnozel monument en het gevolg is dat je onbedoeld een aantal exotische korstmossen het land binnensleept.

Bestel 'Veldgids Korstmossen' hier.

Bron.

No comments:

Post a Comment