Nijlgans

Nederland lijkt het beloofde land te zijn voor ganzen en dat klopt natuurlijk ook wel. De Waddenzee is een onmisbare schakel in de trekroutes van vele trekvogels en de ganzen lusten wel pap van het sappige gras op de weilanden. Mede daardoor vinden ook exotische ganzensoorten het hier zo gezellig dat ze maar besloten hebben om het hier hun nieuwe 'thuis' te gaan noemen. We hebben het op deze plek al eerder gehad over de Indische gans, de Canadese gans en de roodhalsgans. De keer blijven we wat dichter bij huis en bespreken de nijlgans (Alopochen aegyptiaca).

De lichaamslengte van de nijlgans bedraagt rond de 70 cm met een gemiddeld gewicht van 2,5 kilogram. Het meest vallen de felgele ogen op in een kastanjebruin masker, dat nogal afsteekt tegen de bleekbruine kop. Voor de rest is de nijlgans gehuld een lichtbruin gewaad met witte accenten.
[Foto: www.naturfotografie-radloff.de]

De nijlgans is, zoals de naam al wat aangeeft, inheems in grote delen van Afrika, behalve in woestijnen en te dichte bossen. Ze zijn voornamelijk te vinden aan de oevers van de Nijl en ten zuiden van de Sahara. En nee, ze kwamen niet van nature in Noordwest-Europa voor en dat betekent dat de mens hem een handje heeft geholpen. Zoals de andere exotische ganzensoorten is ook de nijlgans al rond 1800 in onze contreien geïntroduceerd door rijke Engelse grootgrondbezitters die hun uitgestrekte landerijen wilden 'aankleden'.

Dat ook de nijlgans – meer verwant met de bergeenden dan met de ganzen – zich hier uitstekend thuis voelde blijkt wel uit het feit dat ze al snel aan de aandacht van hun eigenaren wisten te ontsnappen, zich vrijelijk vermenigvuldigden en na verloop van tijd de oversteek naar Nederland hebben gemaakt. Het eerste beschreven broedgeval van de nijlgans in Nederland stamt uit 1967 in de regio Den Haag. Begin jaren 80 van de vorige eeuw is in de omgeving van Haren (Groningen) een tweede populatie in het vrije veld ontstaan. Daarna hebben beide populaties zich als een spreekwoordelijke olievlek uitgebreid en over het land verspreid. In 2012 leefden hier naar schatting 44,000 exemplaren en de teller is sindsdien zeker niet stil komen te staan.

Terugkijkend is het geen goed idee geweest om de nijlgans in Engeland te introduceren. Daar staat hij inmiddels bekend als een vervelende soort. Er is in ons land geen beeld van de exacte omvang van de schade door nijlganzen in landbouwgebieden. Omdat nijlganzen geen wettelijke bescherming genieten, wordt de gewasschade door deze soort niet geregistreerd en niet vergoed. Ambtelijk gedoe op de vierkante millimeter. Dus, agrariërs (m/v), maak jullie borsten maar nat.

No comments:

Post a Comment