Japanse oester

Lord, what fools these mortals be! Dat schreef William Schakespeare ooit al in zijn Midsummer Nights Dream en dat is tegenwoordig nog net zo waar als we het over het wel en wee van de Japanse oester (Crassostrea gigas) in Nederland hebben.
De Japanse oester wordt zo langzamerhand een echte wereldburger. Van zijn thuisland Japan is hij soms per ongeluk, maar veel vaker opzettelijk aan een wereldreis begonnen en kan nu al gevonden worden aan de westelijke kusten van Noord-Amerika, rondom geheel Australië en vrijwel alle Europese kusten, vanaf de Britse eilanden tot Portugal en het Middellandse Zeegebied. Gewoonlijk houdt de Japanse oester van een harde rotsige ondergrond in ondiep water, maar zijn die niet voorradig dan neemt hij ook genoegen met zand, modder of andere schelpen. De kleur van de bovenzijde van de grillig gevormde schelp is vaak vuilwit en de maximale doorsnede is soms wel 40 centimeter.

In de barre winter van 1962 op 1963 heeft een oesterziekte zo huisgehouden onder de inheemse platte oester (Ostrea edulis) dat Zeeuwse oestervissers in grote wanhoop zochten naar een tijdelijke oplossing van deze aanslag op hun broodwinning. Dat was de introductie van de Japanse oester. Er was hun door wetenschappers voorgehouden dat de Japanse oester zich hier in Nederland niet zou kunnen voortplanten omdat die een watertemperatuur zo'n 18 graden nodig zou hebben om dat te kunnen doen. Foutje, bedankt. Want het bleek dat de Japanse oester zich in de Zeeuwse wateren wel degelijk succesvol kon vermeerderen.

De productie van eitjes van de Japanse oester is uitzonderlijk hoog en men schat (niemand heeft het nog echt geteld) dat ieder exemplaar wel 50 tot 100 miljoen per keer kan produceren. Bovendien groeit hij ook nog eens sneller dan de inheemse soort. Ook heeft hij een geheim wapen: de Japanse oester kan de eitjes en larven van onze mosselen, kokkels en oesters wegfilteren en opeten.

Het leek er op dat de Japanse oester zich hier in Nederland ongestoord kon blijven vermeerderen, maar een aantal stoutmoedige vogels hebben technieken ontwikkeld om de Japanse oester in hun dieet op te nemen. De schelp is vele malen sterker dan die van de platte oester, maar enkele slimme meeuwensoorten laten de oesters nu vanaf grote hoogte stukvallen op harde oppervlakken zoals dijken, wegen en fietspaden. Recentelijk zijn ook scholeksters waargenomen die zich lijken te gaan richten op het openbreken van losliggende en losgespoelde Japanse oesters. Nu ook de minister recent heeft besloten dat vissers op kleine schaal deze opdringerige soort mogen rapen op het Wad, lijkt het dat de tegenaanval eindelijk is ingezet.

[Fred de Vries]

No comments:

Post a Comment