Blauwneus

Toch leuk, zo'n ietwat komische naam. Doet me denken aan iemand die aan de vrieskou is blootgesteld en uitstekende lichaamsdelen, zoals handen, voeten, neus, oren en onderkaak, blauw verkleurd zijn. De wetenschappelijke naam voor deze (vaak tijdelijke) toestand is acrocyanose. Zo, weet je dat ook weer.
Een blauwneus (Vimba vimba) is een exotische vissoort die inheems is in de wateren van van Centraal en Oost Europa, Zuid-Zweden, de kustwateren van Finland, Turkije en de Kaspische Zee. De soort is in de jaren '70 geïntroduceerd in de Duitse Rijn. Aangezien de Duitse Rijn uiteindelijk overgaat in 'onze' Rijn is de blauwneus ook in ons land aangetroffen.

Al is zijn verhuizing vanuit Centraal-Europa naar West-Europa niet geheel vrijwillig geweest, hij vermaakt zich hier wel. En met 'vermaken' bedoel ik paren en babyblauwneuzen maken.

In 1989 werd de eerste blauwneus uit de Nederrijn bij Heteren opgevist. Pas na het jaar 2000 lijkt de soort echter aan een onstuitbare opmars bezig, om vanaf 2020 zelfs nog verder toe te nemen. Dat wordt ook geconstateerd binnen de verschillende onderzoeken van Sportvisserij Nederland. Zo bestond, bij onderzoek naar de visstand bij de langsdammen (bij de Waal te Wamel), op sommige dagen het merendeel van de vangsten uit blauwneuzen. Er zaten zelfs exemplaren bij van dik 40 centimeter.

Voor het project ‘Swimway Oude IJssel’ werden fuiken geplaatst aan het eind van de vistrap bij Doesburg. Ook in deze fuiken zaten met grote regelmaat blauwneusjes tussen de andere soorten. Gezien het grote aantal jonge blauwneuzen in de Nederlandse rivieren, is het aannemelijk dat de blauwneuzen zich hier ook met veel plezier voortplanten en dat ze niet enkel uit Duitsland afkomstige afzakkers van de Rijn zijn. De toekomst ziet er dus positief uit voor deze soort. Voor de sportvisser is dit een mooie aanvulling op het visbestand, zo wordt er een positieve draai aan het probleem gegeven.
Volgens de literatuur kunnen blauwneuzen 50 centimeter worden, maar in Duitsland en Tsjechië zijn al wat grotere vissen gevangen, tot 55 centimeter. In Nederland staat het record op 48 centimeter.

De naam van de vis duidt al op een opvallende neus en in combinatie met de onderstandige bek is deze vis vrij eenvoudig te herkennen. Hij lijkt wel wat op een sneep, maar die heeft een rechte bekspleet in plaats van een hoefijzervormige spleet, zoals die van de blauwneus. Bij de mannetjes kleuren de flanken en rug donkergrijs tot zwart en de buik oranjerood, zodra de paaitrek begint. Helaas zijn in onze troebele rivieren de kleuren minder uitgesproken dan in heldere rivieren.

Over impact op inheemse soorten is weinig bekend. Wel is hij eetbaar.

Info: Annika van Dam en Pieter Beelen van Sportvisserij Nederland

No comments:

Post a Comment