Deze worm komt voor in zeewater en kustgebieden met brak water. Hij graaft zich in in de bodem en voedt zich met afval dat bestaat uit minuscule plantenresten of plankton. Gedacht wordt dat hij dit efficiënter doet dan inheemse soorten en dat levert dus al direct een probleem op: als je het beter doet dan je concurrentie, zul je je sneller en succesvoller kunnen voortplanten. Dat betekent dat er na verloop van tijd meer Oostzeegroenwormen zullen zijn en die verdringen dan de soorten die hier altijd al gewoond hebben.
![]() |
[Foto: www.marinespecies.org] |
In Europa werd Oostzeegroenworm in 1985 voor het eerst in de Oostzee aangetroffen in Duitse wateren. Vervolgens maakte de soort in de jaren 1990 in de Oostzee een explosieve ontwikkeling door. Op verschillende plaatsen van de Oostzee is de Oostzeegroenworm een dominante soort geworden en schattingen van de maximale dichtheid zijn extreem hoog en lopen uiteen van 50,000 tot 270,000 exemplaren per vierkante meter.
In 1996 verscheen de eerste melding van deze soort in Nederlandse wateren: de Eems-Dollard en dat ligt niet zo ver van de Oostzee af, waardoor men vermoedt dat de Oostzeegroenworm die reis op eigen kracht heeft gemaakt. Sinds 2001 is de soort aanwezig in het Noordzeekanaal. Dat betekent dat de Oostzeegroenworm ook in de zo kwetsbare Waddenzee in grote aantallen aanwezig moet zijn.
Niemand weet hoe we de verspreiding van deze exoot tegen te gaan. Kunnen we een herhaling in de toekomst voorkomen? Er bestaat een verdrag om ballastwater te ontsmetten, maar dat verdrag is nog niet door alle landen goedgekeurd en dus zal het voorlopig nog mogelijk blijven dat er nieuwe exoten in Nederlandse wateren kunnen worden geïntroduceerd.
No comments:
Post a Comment