Anna Paulownaboom

De Anna Paulownaboom (Paulownia tomentosa) is inheems in West- en Centraal-China, maar is al eeuwen geleden in Japan ingevoerd en daar veel aangeplant. Het hout (Kiri) wordt in Japan veel gebruikt voor meubels, houtsnijwerk en muziekinstrumenten. De boom is rond 1834 door de VOC ingevoerd in Europa. Door de bij de VOC in dienst zijnde arts-botanicus Von Siebold is de boom vernoemd naar Anna Paulowna (1795-1865), dochter van tsaar Paul I en gemalin van koning Willem II.
De Anna Paulownaboom is een tot maximaal 20 meter hoge boom met circa 40 centimeter grote hartvormige bladen. De boom bloeit met grote, paarse, welriekende, trompetvormige bloemen, die in rechtopstaande, pluimvormige bloeiwijzen geplaatst zijn. De doosvruchten bevatten talrijke tot vier millimeter lange gevleugelde vruchtjes, die door de wind verspreid worden.

De keus aan bomen, die in onze tuinen en plantsoenen aangeplant kunnen worden, is groter dan ooit. Door de klimaatverandering verlengt het groeiseizoen en doen ook soorten uit zuidelijke streken het tegenwoordig goed. Ook speelt mee dat er tegenwoordig van enkele bomen en struiken meer winterharde variëteiten beschikbaar zijn. Een aantal in het stedelijk gebied aangeplante warmteminnende bomen en struiken is recent in toenemende mate aan het verwilderen. Eén van deze soorten is de Anna Paulownaboom.

Vrijwel alle waarnemingen van verwilderde de Anna Paulownaboom dateren van na 2000. De laatste jaren wordt de soort ieder jaar op meer plaatsen verwilderd waargenomen, meestal in stedelijk gebied in de zuidwestelijke helft van het land, maar ook noordelijker is de soort al gesignaleerd. Het is een echte pioniersoort; de kleine vruchtjes worden door de wind over honderden meters verspreid en kiemen op onbegroeide plekjes tussen straatstenen, onderlangs gevels, op braakliggende terreinen, muren en oevers.
[Foto: FC Klok - Verwilderd exemplaar in Amserdam]
Verwildering van de Anna Paulownaboom wordt ook elders in Europa gesignaleerd. In Oostenrijk werden de eerste verwilderingen al halverwege de jaren 1960 opgemerkt, in het zuiden van Duitsland vanaf de jaren 1970. In Engeland en België dateren de eerste verwilderingen uit respectievelijk 1995 en 1999. Overal in Europa verwildert de Anna Paulownaboom vooral in het stedelijk gebied.

Vooral in Duitsland wordt beleggen in Kiri (de Anna Paulownaboom) voorgespiegeld als uiterst lucratief, met rendementen tot 5-8% per jaar. Geïrrigeerde monoculturen met in rijen geplante, gekloonde exoten worden aangeprezen als ecologisch verantwoorde, duurzame beleggingsobjecten. Ze leggen immers CO2 vast en er wordt geen gebruik gemaakt van pesticiden of kunstmest.

Monoculturen zijn broeinesten van ziekten. Wordt één boom ziek, dan ben je je hele plantage kwijt. Monoculturen dienen daarom niet gezien te worden als 'bossen', maar als 'groene woestijnen'.

No comments:

Post a Comment