Blaasjeskrab

De blaasjeskrab (Hemigrapsus sanguineus) is een direct familielid van de hier al eerder beschreven penseelkrab (Hemigrapsus takanoi). De kusten van de Stille Oceaan van zuidelijk Rusland tot Hong Kong en Taiwan zijn de oorspronkelijke woongebieden van de blaasjeskrab, maar de laatste paar decennia is deze krabbensoort opgedoken op verschillende andere werelddelen.

De blaasjeskrab is in het bezit van een nagenoeg vierkant schild dat ietwat varieert in kleur van groenig bruin tot blauwachtig zwart. De doorsnede is ongeveer een centimeter of vier en dat betekent dat het maar een klein krabbetje is. De naam blaasjeskrab is het gevolg van een bolle, lederachtige blaas aan de basis van het beweeglijke bovendeel van de scharen van de mannetjes.
[Foto: J.P. Vanderperren]
In 1988 werden de eerste exemplaren van de blaasjeskrab aangetroffen aan de Amerikaanse oostkust bij Cape May (New Yersey) en de krabbenpopulatie heeft zich sindsdien snel in zuidelijke richting uitgebreid. De Europese invasie begon in 1999 toen een eerste exemplaar opdook nabij de kust van de Franse havenplaats Le Havre. Nederland was in 2003 aan de beurt en al een jaar later werden aanzienlijke populaties gemeld in Oosterschelde en op de dijk bij Texel.

Hoe kon deze exoot zich zo snel verplaatsen? Het antwoord luidt weer eens: ongezuiverd ballastwater van zeeschepen. Er wordt nu algemeen aangenomen dat de introductie, snelle verspreiding en vestiging mogelijk was doordat het larvenstadium van deze krabbensoort tot 25 dagen duurt. Dat is precies lang genoeg voor snelle containerschepen om een oceaan over te steken en hun ballastwater in of nabij de haven te lozen.

Sommige bronnen melden dat de blaasjeskrab een alleseter is, maar zeggen er geruststellend bij dat zijn menu voornamelijk uit zeewier bestaat. Zelfs als dat waar zou zijn, dan gebruikt hij die zeewier alleen maar als salade want hij voedt zich toch vooral met larven van mosselen en oesters. Dat kan dus slecht nieuws zijn voor onze inheemse oesters en mosselen, die het toch al zwaar te verduren hebben door de introductie van exotische soortgenoten en ziekteverwekkers.

De inheemse strandkrab (Carcinas maenas) moet de strijd aangaan met blaasjeskrab en de penseelkrab. Een onderzoek[1] op het Duitse deel van het wad bij het eiland Sylt bracht interessante feiten aan het licht. De blaasjeskrab werd in dichtheden tot 100 per vierkante meter aangetroffen en hij bleek een duidelijke voorkeur te hebben voor stortstenen. De penseelkrab was minder talrijk met 18 per vierkante meter. De blaasjeskrabben houden van een onbeschut harde ondergrond, terwijl de voorkeur van de penseelkrabben uit ging naar meer beschutte delen. Waar hard substraat aanwezig is bleken beide krabbensoorten de inheemse strandkrabben met succes te beconcurreren. Ze verjoegen met name de jonge exemplaren.

Zoals ik al zei: de introductie van de blaasjeskrab is slecht nieuws.

[1] Landschoff et al: Globalization pressure and habitat change: Pacific rocky shore crabs invade armored shorelines in the Atlantic Wadden Sea in Aquatic Invasions - 2013. See here.

No comments:

Post a Comment