Californische trips

Tripsen zijn kleine insecten met ietwat gerafelde vleugels, waardoor ze moeilijk kunnen vliegen. Tripsen voeden zich met sappen uit de cellen van diverse soorten planten en dieren. Als gevolg daarvan worden deze beestjes door het merendeel van de boeren en tuinders gezien als een lastig ongedierte. Hier in Nederland wonen van nature al diverse soorten, maar de Californische trips (Frankliniella occidentalis) is een nieuwkomer is ons land.

Zoals zijn naam al aangeeft is de Californische trips een bewoner van Noord-Amerika, maar hij is een nogal reislustig type en heeft het in zijn kleine koppie gezet om de wereld te veroveren. Ondertussen is deze tripsensoort al een plaag in Europa, Australië en Zuid-Amerika. Vermoedelijk ook al in andere werelddelen, maar daar let men nog niet zo op die kleine plaaggeesten. De Californische trips gebruikt geïnfesteerd plantmateriaal om zich vakkundig over de aardbol te verplaatsen. Omdat ze maar een millimeter groot zijn, zie je ze op een besmet stekje dus snel over het hoofd. 

[Foto: Frank Peairs]

Californische trips komt op veel verschillende plantensoorten voor, waaronder veel groentegewassen en daar begint het grote probleem want niet alleen veroorzaken ze door het aanprikken en leegzuigen zilverkleurige vlekken op de bladeren, maar ook de vruchten raken beschadigd. Vooral de voor ons land economische grootmachten als de paprika, tomaat en de komkommer worden snel aangetast.

Maar de ellende voor de agrariër eindigt niet met wat aangetaste groenten of vruchten. De Californische trips is vaak ook drager van het tomatenbronsvlekkenvirus. Vooral paprika- en tomatentelers hebben ondertussen slapeloze nachten van de Californische trips en dat virus. In de paprika begint een besmetting met een lichte nerfvergeling in de kop van de plant, die kan overgaan in een bladchlorose (bladvergeling) of chlorose tussen de nerven. Daarnaast kunnen bruine kringen of vlekjes op de bladeren ontstaan en necrotische strepen op de stengel. Vervolgens stokt de groei. Dat alles betekent het einde van de hele plant.

Telers dienen hun paprika's en tomaten goed in de gaten te houden. Ze moeten blijven letten op onverklaarbare licht ingezonken (soms concentrische) kringen, groene of bruine kringen op rode of gele vruchten, die soms vergezeld gaan van bobbels.

De Californische trips was al niet gewenst, maar de opmars van het tomatenbronsvlekkenvirus is helemaal een groot probleem omdat het door zijn genetische opmaak zeer snel van doelwit kan wisselen. Vandaag houdt hij van tomaten, maar morgen ook van chrysanten of sla. Hij springt dus heel snel over van de ene naar de andere plant. Dat maakt het bestrijden van het tomatenbronsvlekkenvirus natuurlijk ook weer zo verschrikkelijk lastig.