Marjoleinbekje

Het marjoleinbekje (Chaenorhinum origanifolium) is inheems op kalkrijke rotsen in de bergachtige gebieden van het Iberisch schiereiland en de Balearen, die populaire vakantiebestemmingen waartoe de eilanden Mallorca, Menorca, Ibiza en Formentera behoren.
[Image: C. Buch]

 

Deze soort is een overblijvend kruid, dat een hoogte kan bereiken van maximaal 30 centimeter. De stengels zijn kaal en relatief dik die paarskleurig aan de basis zijn. Hij bloeit met twee tot 25 bloemen. De bloeiperiode loopt van juni tot diep in de herfst. De bekervormige bloemen zijn mooi blauwpaars en de bovenlip is fraai donkerpaars geaderd

Het is dus een aantrekkelijk plantje en dat is dan ook de reden dat hij populair is als rotsplantje en bodembedekker in borders. De commercie heeft zijn handen niet thuis kunnen houden en heeft nog mooiere cultivars weten te introduceren. Zoals altijd wist het marjoleinbekje te ontsnappen aan die beklemmende tuintje en is op zoek gegaan naar de vrijheid.

Tegenwoordig kunnen we het marjoleinbekje vooral aantreffen op oude zongekuste muren met de wortels in het kalkrijke cement. Ook houdt hij het vol aan de randen van plaveisel. Omdat het in de oude binnensteden altijd een paar graden warmer is dan op het platteland denkt het marjoleinbekje dat hij 'thuis' is en het is dus een typische stadsplant geworden.

In die bebouwde gebieden vindt de soort dus regelmatig geschikte standplaatsen, met name op plekken die bij strengere vorst afdoende beschutting bieden. Overigens heeft het marjoleinbekje in noordelijke regionen al bewezen goed stand te kunnen houden, want gebleken is dat hij op geschikte locaties langere vorstperiodes goed doorstaat. In Groot-Brittannië komt het marjoleinbekje sinds circa 1880 voor op oude muren in Kent (West Malling), vandaar de naam Malling Toadflax. Recentelijk is de soort verschenen op vergelijkbare plaatsen elders in het land, in het bijzonder in de regenachtige Atlantische kustzones van Zuid-Engeland en Wales.

Het marjoleinbekje vertoont zich dus in toenemende mate buiten zijn oorspronkelijke areaal, waarbij de soort langzaam, maar zeker noordwaarts langs de Atlantische kusten opschuift. Vermoedelijk profiteert het marjoleinbekje van een reeks milde winters.

In 1990 is het marjoleinbekje voor het eerst in Nederland aangetroffen en wordt sindsdien verspreid over meer dan honderd plekken in stedelijk gebied en in de duinen van Zuid-Holland aangetroffen. In 2004 werd in Utrecht boven op een putdeksel een exemplaar gevonden.

Voor het geval je benieuwd bent naar de oorsprong van de naam marjoleinbekje: De soort behoort tot de familie van de leeuwenbekjes en het blad doet denken aan dat van de marjolein. Vandaar de wetenschappelijke soortnaam origanifolium vanuit het Latijnse origanum ('marjolein') en folium ('blad').

No comments:

Post a Comment