De geaderde leemhoed is een vrij forse paddestoel met een brede vrijwel vlakke hoed met een diameter tot 12 centimeter. Deze soort is beige tot okergeel van kleur met vaak wat bruin in het centrum. De hoed is sterk radiair gerimpeld tot geaderd, wat dus ook zijn Nederlandse en Latijnse soortnaam verklaart (rivulosa betekent 'gerimpeld'). In tegenstelling tot andere leemhoeden is de geur van deze soort is weinig opvallend en de smaak meelachtig.
![]() |
[Foto: Aldert Gutter] |
Hoewel de meeste publicaties claimen dat de geaderde leemhoed voor het eerst in 2003 in Nederland werd aangetroffen is dit niet waar. De soort werd al in 1999 voor de allereerste keer ontdekt nabij Rotterdam. Dat zou kunnen wijzen op een exotische herkomst omdat via de haven Rotterdam natuurlijk vele soorten goederen vanuit de hele wereld worden aangevoerd. Een mogelijke theorie zou dan zijn dat het een nog onbekende soort uit verre oorden zou kunnen zijn. Aan deze theorie kleven een aantal nadelen omdat [1] zo'n omvangrijke paddestoel nauwelijks aan de aandacht van deskundigen zal kunnen ontsnappen en [2] allerlei familieleden, zoals de vroege leemhoed (Agrocybe praecox), knolletjesleemhoed (Agrocybe arvalis), fluweelleemhoed (Agrocybe putaminum), de grasleemhoed (Agrocybe pediades) en de populierleemhoed (Agrocybe cylindracea) hier inheems zijn. Toch groeien er tot in het Verre Oosten en de Verenigde Staten leemhoeden.
Ondertussen verspreidt de geaderde leemhoed zich snel omdat hij in staat is als eerste houtsnipperhopen te koloniseren. Na slechts een paar jaar is deze paddestoel al een algemeen in Nederland voorkomende soort. In de ons omringende landen moppert men ook al op deze indringer. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat de geaderde leemhoed andere inheemse soorten verdringt en dat is nooit goed nieuws.
No comments:
Post a Comment