Chinese wolhandkrab

De Chinese wolhandkrab (Eriocheir sinensis) komt van nature voor in veel riviermondingen in oostelijk Azië. Zijn meest noordelijke vindplaatsen zijn de kusten van het Koreaanse schiereiland, terwijl de zuidelijke provincies van China de andere grens van zijn leefgebied zijn. De Chinese wolhandkrab kan worden herkend aan plekken met dik donker haar op zijn scharen. Vandaar natuurlijk zijn naam. Het schild heeft een maximale doorsnee van zo’n 10 centimeter, terwijl zijn poten ongeveer twee keer zo lang zijn als het schild breed is. Met andere woorden: het is een behoorlijk grote krab. De Chinese wolhandkrab leeft het grootste deel van zijn leven in zoet of brak water, maar moet naar de zilte zee terugkeren om zich voort te planten.
In Europese wateren is de Chinese wolhandkrab al omstreeks 1912 voor het eerst aangetroffen. In het water van de Duitse rivieren Elbe en Weser werden toen de eerste exemplaren gesignaleerd. Men vermoedt dat ze als larven zijn meegelift in het ballastwater van vrachtschepen, die de havensteden Hamburg en Bremerhaven als bestemming hadden. Geef zo’n exoot zelfs niet de kleinste kans want hij zal die met graagte aangrijpen om zich voort te planten en daarna zijn nieuwe leefgebied uit te breiden. Dat gebeurde dus ook met de Chinese wolhandkrab en in Nederland wordt de soort ondertussen in alle wateren - zoet, zout en brak – aangetroffen.

De krab heeft de neiging om zich bij zijn instinctmatige trektocht van zoet naar zout water grote afstanden over land te verplaatsen. Sterke verhalen vertellen ons dat men verschillende exemplaren zelfs honderden kilometers van zee heeft aangetroffen.

Het vervelende van de Chinese wolhandkrab is dat ze inheemse krabben- en kreeftensoorten lijken te verdringen. Ze eten namelijk alles wat ze voor hun scherpe scharen krijgen. Bovendien knippen ze netten en fuiken kapot. Tot slot graaft hij zichzelf in en dat kan niet alleen behoorlijke schade aan dijken en oevers toebrengen, maar ook kan hij zich in afwaterleidingen ophouden waardoor deze verstopt kunnen raken.

In zijn eigen leefgebied voelt de Chinese wolhandkrab zich natuurlijk goed thuis, plant zich naar hartelust voort, maar het grootste gevaar dat hij daar loopt is de wok. In zowel Korea als China wordt het vlees van deze krab gezien als een bijzondere delicatesse en, zoals tegenwoordig zo vaak gebeurt, loopt hij daar in zijn voortbestaan zelfs gevaar als gevolg van overbevissing. Het vlees wordt daardoor steeds duurder en exclusiever. Inventieve vaderlandse vissers vangen tegenwoordig de Chinese wolhandkrab en exporteren die terug naar China. Daar worden ze met open armen en hete kookpotten begroet.

[Fred de Vries]

No comments:

Post a Comment