Deze schimmel wordt gerekend tot de zakjeszwammen en danken hun naam aan hun karakteristieke voortplantingsstructuren, de sporenzakjes (de asci). Veel gisten, schimmels en korstmossen, maar ook eetbare paddenstoelen zoals morieljes en truffels worden tot deze groep gerekend. De ziekte kenmerkt zich door gezwellen op de stam en takken. Vaak zijn op de afstervende plekken kleine rode vruchtlichaampjes te vinden, die lijken op het meniezwammetje. Boven de ziekteplekken sterven de takken af terwijl onder deze afgestorven plekken weer nieuwe takken uitlopen. De dode bladeren blijven lang nadat de takken zijn afgestorven zitten waardoor de zieke bomen vaak van verre te herkennen zijn.
![]() |
[Foto: www.oregon.gov] |
Zoals zo vaak met exoten het geval is worden ze niet tegengehouden door nationale grenzen en dus mag het geen verrassing zijn dat in 1938 de eerste Europese melding werd gedaan van een besmetting met Cryphonectria parasitica. Die eerste melding vond plaats in Italië en sindsdien heeft de ziekte zich langzaam, maar zeker over Europa verspreid. De Europese tamme kastanje (Castanea sativa) lijkt weliswaar ietsje minder vatbaar voor de schimmel te zijn, maar toch zijn er veel tamme kastanjes die door de infectie het loodje blijken te leggen.
De afgelopen twee jaar zijn zowel In Groot Brittannië als in Nederland enkele gevallen van een besmetting met Cryphonectria parasitica gevonden.
Op dit moment wordt actief tegen infecties opgetreden. Dit betekent dat, na het vaststellen van aanwezigheid van de ziekte door de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA), de betreffende aangetaste boom wordt gerooid en vernietigd. Een rigoureuze maatregel waarvan verwacht wordt dat het de verspreiding van de ziekte zal tegengaan. Tsja.
No comments:
Post a Comment