Smalle olijfwilg


Soms, heel soms wordt de smalle olijfwilg (Elaeagnus angustifolia) op Vlieland aangetroffen, maar dat is dan ook direct de enige vindplaats van die struik in Friesland. De olijfwilg is een direct familielid van de duindoorn (Hippophae rhamnoides) en samen behoren ze tot de grotere duindoornfamilie (Elaeagnaceae). Het is een altijdgroene boom of grote struik. Hoewel hij met een naam als olijfwilg de suggestie wekt dat hij familie is van de 'echte' olijf (Olea europaea) is dat in het geheel niet het geval. Hij denkt zijn naam alleen maar aan het feit dat de vrucht op een olijf lijkt.
De smalle olijfwilg komt van oorsprong voor in enkele landen in Azië, maar is later opgedoken in zuidelijke Europa. Er bestaan wat legendes dat Alexander de Grote zowel de duindoorn als de smalle olijfwilg op zijn veroveringstochten in Azië heeft verzameld en meegenomen naar Griekenland. Maar, zoals altijd het geval is met dit soort verhalen, ontbreken de harde bewijzen. Wel is bekend dat hij op veel verschillende soorten ondergrond groeien, waaronder extreem vochtige grond, of zilte bodems. Het is daarom een kenmerkende plant op de zoetwaterschorren van de zilte Zeeuwse oevers.

In mei en juni bloeit deze boom met vele geurige lichtgele bloemetjes. Deze kleine bloemen zijn zeer geschikt om heerlijke limonadesiroop van te maken. Ook de vruchtjes, die druppelvormig zijn en op olijven lijken, zijn eetbaar. Ze smaken zoet, maar een beetje melig. De bessen zitten boordevol vitamine C en antioxidanten. In Iran worden ze gedroogd en in melk opgelost als medicijn tegen gewrichtspijn en ontstekingsreuma. Geen idee waarom de melk in dat medicijn wordt gestopt, maar ze zullen daarvoor wel hun redenen hebben. Wetenschappers geloven dat in de olijfwilg wat stofjes verborgen zitten die werkzaam kunnen zijn tegen enkele vormen van kanker.

In Amerika is de olijfwilg ondertussen geïntroduceerd vanwege zijn potentie om verstuiving tegen te gaan, maar dat bleek ietwat uit de hand te lopen. Deze struik deed het net iets te goed en verdringt dus de inheemse planten. De olijfwilg is in de US of A ondertussen persona non grata. Hier in Nederland wordt zijn bestaan geremd door het probleem waar de duindoorn ook mee te maken heeft: hij houdt van een kalkrijke en nitraatarme ondergrond. Na verloop van tijd spoelt de kalk weg en zorgen de ontbindende bladeren voor een humuslaag. Bij onvoldoende verstuiving komt er een eind aan het bestaan van van de olijfwilg en kwijnt hij weg.

Waar blijven de vaderlandse sap- en jamfabrikanten om die heerlijke olijfwilgbloemenlimonadesiroop in een fles te stoppen?

No comments:

Post a Comment