Blauwvleugeltaling

De blauwvleugeltaling (Anas discors) komt oorspronkelijk slechts voor in het centrale deel van Noord-Amerika, waar de soort ’s zomers zijn kostje bij elkaar scharrelt in voedselrijke ondiepe meren, plassen met verlandingszones en moerassen. Als de temperaturen gaan dalen, zakt hij af naar de aangenamere temperaturen van Midden-Amerika. Hij is zelfs veel zuidelijker aangetroffen en er zijn waarnemingen in Brazilië en Chili. Deze eend is dus een echte trekvogel.

Het mannetje is een opvallende verschijning: hij is in het bezit van een zwarte kruin op het voorhoofd en een halvemaanvormige witte vlek tussen oog en snavel. De rest van de kop is blauwgrijs. De voorvleugel is hemelsblauw tot spiegelgroen. De onderkant is okergeel met dicht op elkaar staande ronde zwarte vlekjes. De staartdekveren aan weerskanten zijn beschilderd met een witte vlek. De snavel is zwart en de poten zijn geel. Het vrouwtje heeft een wat bescheidener voorkomen en heeft een lichtblauwe voorvleugel en een witte buik.
[Foto: Alan D. Wilson]
Blauwvleugeltalingen vliegen zonder morren grote afstanden over op water en dat gaat nog wel eens mis. Sommige dieren raken kennelijk zo uit de koers dat ze zelfs de Atlantische Oceaan overvliegen en dat is maar lastig te verklaren. Waarom zou een eend, die slechts van noord naar zuid hoeft te vliegen en zijn soortgenoten eenvoudig kan volgen, plotseling van koers veranderen en een hele oceaan overvliegen. Hij komt nu in een aantal Europese landen voor en in Nederland is hij al zo algemeen aan het worden dat kenners de moed maar hebben opgegeven en hem als inheems beschouwen. Misschien is er een andere, veel eenvoudiger verklaring voor zijn aanwezigheid in ons land: in opvallende vogels is er altijd handel, want sommige ‘liefhebbers’ willen graag iets speciaals in hun volière, vijver of landgoed. Ik zet het woord ‘liefhebber’ met opzet tussen haakjes, want je hebt dan misschien wel het aparte lief, maar je hebt geen hart voor de inheemse natuur als je exotische dieren gedachteloos binnenhaalt.

Sommige diersoorten dragen namelijk enge ziektes in hun lichaam mee en de blauwvleugeltaling is daar een perfect voorbeeld van. Van september tot december 2011 spoelden er 162 stervende en dode gewone zeehondenbabies (Phoca vitulina) aan op de stranden van New England (USA). Zie hier. Onderzoek wees uit dat ze besmet waren geraakt met Influenza A(H3N8) virus, dat vrijwel gelijk was aan een virus dat bij blauwvleugeltalingen was aangetroffen en dat binnen die eendensoort al sinds 2002 circuleerde. Voor blauwvleugeltalingen leverde het virus geen problemen op, maar het virus had zich al snel aangepast aan de zeehonden.

We hebben dus in ons land dezelfde zeehonden en dezelfde blauwvleugeltalingen. Zouden we binnenkort ook hetzelfde virus hebben?

No comments:

Post a Comment