Myxomatose

Het myxoma virus werd in 1896 herkend als een virale ziekteverwekker toen het Europese konijnen (Oryctolagus cuniculus) wist te doden in een laboratorium in Uruguay. Dat was een verrassing omdat hetzelfde virus in het inheemse Braziliaanse konijn (Sylvilagus brasiliensis) slechts milde huidtumoren opleverde.

In Europese konijnen levert een besmetting met het myxoma virus echter veel ernstiger gezondheidsproblemen op. De eerste verschijnselen zich uiten als knobbels (myxomata) en zwellingen op de kop en de genitaliën. Alle slijmvliezen zullen opzwellen, waaronder die rond de ogen (conjunctivitis), wat kan leiden tot blindheid. De gezwollen slijmvliezen in de neus zorgen voor problemen met de ademhaling. Kennelijk is die geforceerde ademhaling ook de reden dat de dieren ook overdag bovengronds gaan verblijven. De patiënten raken lusteloos, verliezen hun eetlust en ontwikkelen koorts. Dan slaan secundaire infecties toe, resulterend in longontsteking. In gevallen waarin de konijnen geen of weinig weerstand hebben kan de dood al binnen 48 uur intreden. In de meeste gevallen is overlijden het eind van een lijdensweg die wel 14 dagen kan duren.
Het virus wordt verspreid door direct contact tussen konijnen zelf, alsmede de beten van insecten, zoals vlooien en muskieten.

Een virusziekte, die een konijn in no time kon doden, was een droom die uitkwam voor boeren in Australië. Daar had men een enorme plaag van konijnen die alle landbouwproducten opvraten voordat de boeren het kon oogsten en bovendien het voedsel voor de gebitten van de vele schapen wegvraten. In 1949 ging het zo slecht met de schapenteelt, dat de overheid toestemming gaf voor veldproeven met het myxoma virus om zo te proberen de konijnen eens voortvarend aan te pakken. De proef leek eerst niet zo heel succesvol totdat een jaar later zieke konijnen werden gezien buiten de proefvelden. In 1953 was er een epidemie op het hele Australische continent.

Op 14 juni 1952 introduceerde een arts in Frankrijk het virus in Europa omdat hij last had van konijnen op zijn omheinde landgoed. Dat was veilig, zo meende hij. Maar zoals we zo vaak gezien hebben ontsnapte ook hier het virus en myxomatose heeft zich ondertussen over geheel Europa verspreid. In Nederland werd in 1953 voor de eerste maal een besmet konijn waargenomen en rond 1957 was heel Nederland in de ban van het myxoma virus.

Het lijkt er echter op dat konijnen zich langzaam aanpassen aan het virus (en andersom). De sterfte varieert nu tussen 50 en 95 procent. Het is namelijk erg dom van een virus om te snel te doden, want dan kan het zich immers onvoldoende verspreiden.

No comments:

Post a Comment