Oosterse fruitvlieg

Fruitvliegjes. Iedereen kent ze. Bij mooi, warm weer zijn ze er plotseling. Een afvalbak of GFT-container met fruitresten is het domein van fruitvliegjes. Zie je er eentje, dan weet je zeker dat je over een uurtje tientallen hebt.
De in Nederland voorkomende (gewone) fruitvlieg (Drosophila melanogaster) komt oorspronkelijk vermoedelijk uit de tropische delen van westelijk Afrika. De fruitvlieg heeft zich van hieruit verspreid naar vrijwel alle delen van de wereld. Ongeveer zes- tot tienduizend jaar geleden is deze soort in Europa aangekomen. Hij kan zich handhaven in onze koelere contreiën doordat de vliegen zich op geïsoleerde plekjes kunnen blijven voortplanten.

We kenden al de Aziatische fruitvlieg (Drosophila suzukii), maar nu moeten ons ook zorgen maken over de oosterse fruitvlieg (Bactrocera dorsalis).

Deze soort is inheems in de tropische gebieden van Oost-Azië, maar heeft intussen het grootste deel van Zuidoost-Azië gekoloniseerd. Vanaf de jaren 2000 heeft hij zich verspreid naar alle gebieden van Afrika ten zuiden van de Sahara, sinds 2012 naar Hawaï en sinds 2017 naar het eiland Réunion in de Indische Oceaan. In 2018 werd de oosterse fruitvlieg voor het eerst in een boomgaard in Zuid-Italië gevangen. De vlieg werd daar sindsdien wel uitgeroeid, zo zegt men tenminste.

In Nederland wordt de oosterse fruitvlieg met enige regelmaat onderschept in fruit dat uit verschillende Afrikaanse landen wordt geïmporteerd, voornamelijk mango's. Deze waarnemingen houden gelukkig nog verband met de invoer van zendingen met besmet exotisch fruit en nog niet met full-blown uitbraken.

Maar de oosterse fruitvlieg is niet alleen verzot op mango's. Deze soort is aangetroffen in meer dan 200 soorten fruit- en notenplanten, maar de soort legt het vaakst eieren in mango-, papaja- en avocadovruchten. Volwassen fruitvliegen voeden zich tijdens hun leven met rottend fruit, plantennectar en andere stoffen. Ze voeden zich het liefst in de ochtend.

In het volwassen stadium zijn ze tussen 0,8 en 1 centimeter in lengte. De oosterse fruitvlieg heeft opvallende gele en zwarte markeringen op de thorax en de buik, die per vlieg kunnen variëren. Twee verticale gele markeringen op de thorax en de donkere T-vormige markering op de buik onderscheiden deze vliegsoort van zijn naaste verwanten. De vleugels zijn helder met een doorlopende ribbenband. Het volwassen lichaam is ongeveer 0,8 tot 1,0 centimeter lang, met vleugels die ongeveer 7 millimeter lang zijn. De vrouwelijke volwassene heeft een taps toelopende legboor voor het afzetten van eieren in de waardvruchten, terwijl bij mannelijke volwassenen deze legboor uiteraard afwezig is.

De Europese regelgeving vereist een actieve opvolging om de introductie van dit zo schadelijke organisme te voorkomen en zo een eventuele grote impact op onze economie te vermijden.

No comments:

Post a Comment