Tweehuizige amarant

De tweehuizige amarant (Amaranthus palmeri) is een plant, die inheems is in het grootste deel van de zuidelijke Verenigde Staten. De bladeren, de steel en de zaden van deze amarant zijn, net zoals vele andere amarantsoorten eetbaar en zelfs zeer voedzaam. De soort werd ooit wijdverspreid geteeld en gegeten door de Noord-Amerikaanse Indianen. Andere gerelateerde amarantsoorten werden zijn duizenden jaren lang als bladgroente verbouwd in Mexico, Zuid-Amerika, het Caraïbisch gebied, Afrika, India en China. Dat begint dus goed, zal de lezer nu opmerken, maar deze plant heeft een duister kantje.
De tweehuizige amarant kan giftig zijn voor vee omdat het, precies zoals spinazie, nitraten in zijn bladeren kan opnemen. Op zich is dat geen probleem, maar tegenwoordig wordt vooral in de Verenigde Staten uitbundig met kunstmest gestrooid om de oogst de grond uit te laten schieten. In dergelijke verpeste landbouwgronden kan de tweehuizige amarant zoveel stikstof uit de bodem opnemen dat het zo'n grote hoeveelheid nitraat bevat dat het zelfs voor de mens vergiftigingsverschijnselen kan opleveren.

Omdat men in Amerika nauwelijks meer weet heeft van de voordelen van de natuur, zijn de meeste mensen vergeten dat je ook groente van de boer of uit je eigen moestuin kunt halen. Daar eet bijna niemand meer groente, zelfs niet die uit de supermarkt. Simpelweg te duur voor de steeds maar groeiende onderklasse. Wat ook een vreemd probleem is, is dat het in dat land verboden is om je voortuintjes leuk aan te kleden: iedere voortuin moet verplicht met kortgemaaid gras zijn bedekt.

Wat er dus met de tweehuizige amarant gebeurt, is een treurig voorbeeld van de commercie. De plant is verworden van een voedzame groente tot een lastig onkruid omdat andere planten meer opleveren. Hij is veroordeeld tot een plekje in de berm of vergeten stukjes grond, maar hij is nog steeds in staat om problemen op te leveren. Door de toenemende droogte in de Verenigde Staten ziet de tweehuizige amarant kans om stiekem aan een tweede leven te beginnen. Hij kan namelijk veel beter over die droogte van zijn gecultiveerde concurrenten en dus zal de tweehuizige amarant steeds vaker tussen andere gewassen opduiken.

De tweehuizige amarant heeft echter een onhebbelijke gewoonte: hij duikt niet alleen op tussen katoen en soja, maar is ook nog eens lastig te bestrijden. Hij is intussen resistent tegen het gevreesde Round-Up, maar ook al tegen diens opvolgers 2,4-D and Dicamba[1].

Hier in Nederland is de tweehuizige amarant nog een zeldzaamheid. De Verenigde Staten zijn echter een wereldspeler op het gebied van gemengd vogelvoer en de tweehuizige amarant smokkelt zichzelf soms mee zodat hij tussen zaadproducerende gewassen opduikt. Meegevoerd in zaadmengsels wordt hij overal ter wereld gretig uitgestrooid om hongerige vogels te voeren.

Overigens hebben we hier voldoende amarantsoorten in onze vaderlandse natuur. Daar hoeft geen exotische variant bij te komen.

[1] Petersen et al: Palmer amaranth resistance to 2,4-D and dicamba confirmed in Kansas in Extension Agronomy - 2019. Zie hier.

No comments:

Post a Comment