Turkse tortel

De Turkse tortel (Streptopelia decaocto) is van boven licht grijsbruin, van onderen lichtgrijs met een wijnrode gloed op de borst en hij heeft een zwarte halvemaanvormige ring om de nek. De Turkse tortel heeft zijn roots in de warme tot subtropische gebieden van Azië, vanaf Turkije tot India, Sri Lanka en China. Zijn leefgebied wordt begrensd door het leefgebied van zijn broertjes, de Javaanse tortel (Streptopelia bitorquata) in zuidoost Azië en de Afrikaanse tortel (Streptopelia roseogrisea) zuidelijk van de Sahara.

De Turkse tortel deed het zo goed in zijn eigen leefgebied dat hij door een soort groepsdruk werd gedwongen om zijn heil elders te zoeken. Het broedgebied is daarom sinds ongeveer 1910 geweldig uitgebreid. De vogel heeft zich vanuit een bruggenhoofd op de Balkan over het grootste deel van Midden- en Zuidwest-Europa uitgebreid. De Turkse tortel bereikte Duitsland in 1945, Nederland in 1950, Groot Brittannië in 1953 en uiteindelijk Ierland in 1959. Na deze eerste noordwestelijke aanvalsgolf verspreidde de Turkse tortel zich zijdelings. Omstreeks het einde van de twintigste eeuw had men het dier aangetroffen in noordelijke Noorwegen, de Oeral in Rusland en het gehele noord-Afrikaanse continent.

Deze opmerkelijke opmars doet denken aan die van de Turken in de Middeleeuwen Het Ottomaanse rijk werd steeds omvangrijker en pas in 1683 werd hen een definitief halt toegeroepen bij het beleg van Wenen. De opmars van de Turkse tortel is echter men geen leger tegen te houden en alleen geografische barrières, zoals de oceaan, kunnen hem in zijn voortgang belemmeren.

Maar dan is er altijd nog de mens, die vaak uit onwetendheid dergelijke exoten een handje helpt. In Amerika is de Turkse tortel in Florida geïntroduceerd omdat het zo'n grappige vogel was en een verrijking voor Florida zou betekenen. Dat hebben ze geweten want ondertussen is de Turkse tortel al in 22 van de 52 Amerikaanse staten en in het naburige Canada aan het broeden geslagen.

De Turkse tortel eet voornamelijk granen en zaden en dat maakt hem de doodsvijand van onze toch al geplaagde akkerbouwers. Eén duif zal niet zoveel eten, maar omdat het aantal broedparen in Nederland schijnt te variëren tussen de 50.000 en 100.000 zullen alle Turkse tortels tezamen een behoorlijke aanslag kunnen plegen op het inkomen van een akkerbouwer.

Treurigerwijs heeft onze altijd alerte wetgever gemeend dat de Turkse tortel ondertussen een inheemse vogel is geworden en daarom bescherming van de wet moet genieten. Als je last hebt van een zwerm Turkse tortels mag je dus niet direct naar het jachtgeweer grijpen, maar dien je eerst in een tijdrovende procedure een vergunning aan te vragen.

[Fred de Vries]

No comments:

Post a Comment