Kraakcicade

Zomaar een berichtje in een krant: ‘De Franse cicaden zijn in Amsterdam ontwaakt en zingen’. Bioloog Baudewijn Odé, specialist in bio-akoestiek van sprinkhanen, krekels en cicaden, ontdekte de kraakcicade (Cicada orni) al in 2010. 'Mijn broer woont aan de overkant van de Amstel en maakte me attent op het gezang. Ik ben het gaan onderzoeken.'

Het bleek dat de kraakcicades in de bomen bij de Hermitage en bij de Westertoren in Amsterdam zitten. Op zwoele zomeravonden is het gonzende geluid duidelijk te horen.

Cicaden zijn insecten, die leven van plantensappen en ze hebben vaak een begerig oogje op onze voedselvoorziening. Daardoor staan ze bekend als plaaginsecten, wat niet betekent dat ze plagen, maar gezamenlijk een plaag vormen. De kraakcicade bereikt een maximale grootte van ongeveer 25 millemeter met een vleugelwijdte van van zo’n 7 centimeter. Ze zijn grijzig bruin tot bruinig grijs gekleurd.
[Foto: Marcello Consolo]
Van nature komen in ons land al een behoorlijk aantal soorten cicaden voor, zoals de groene cicade (Cicadella viridis), de groene rietcicade (Cicadella viridis) en de zwarte, roodgevlekte bloedcicade (Cercopis vulnerata).

De kraakcicade is een van de meest voorkomende cicaden in zuidelijk Europa, het Midden-Oosten en noordelijk Afrika. Hij houdt dus kennelijk van een aangename mediterrane temperatuur. De vraag zou dus gesteld kunnen worden hoe deze exotische cicaden in ons land verzeild zijn geraakt. Het antwoord is weer eens treurniswekkend. De kraakcicaden zijn meegekomen in geïmporteerde iepen uit het Zuid-Franse Avignon. Zoals bij de ambtenarij altijd het geval is, wordt de noodzaak tot bezuinigen slechts met de mond beleden en wordt in werkelijkheid het geld voortdurend over de balk geworpen. Waarom zou men inheemse iepen in Amsterdam aanplanten wanneer je bijna gelijksoortige, maar veel duurdere Franse iepen zou kunnen aanschaffen?

De kraakcicades werden al in 2010 ontdekt, maar pas in juli 2013 is het ‘gezang’ duidelijk te horen. Dat die insecten drie jaar lang stil zijn geweest heeft vermoedelijk te maken met de veel te natte zomers. De larven zitten verstopt in de kluit van de boom en kunnen daarin enkele jaren overleven. Ze voeden zich ondertussen met het vocht van de wortels.

Of de kraakcicade zich succesvol weet voort te planten in Nederland, wordt pas in 2015 bekend: de larven blijven tot vijf jaar in de grond voor ze zich verpoppen. De exemplaren die nu te horen zijn, komen nog uit eitjes die in Avignon zijn gelegd.

Als je denkt dat kraakcicaden de enige verstekelingen zijn geweest, die in die Franse iepen zijn meegereisd, heb je het fout, want op die iepen heeft men ook exotische korstmossen aangetroffen. Wie weet welke kwalijke plantenziekten ook nog in deze iepen verborgen zitten.

[Update 2015] Ondertussen zijn niet alleen in Amsterdam kraakcicades aangetroffen, maar ook in Den Bosch. Amsterdammers klagen ook in 2015 over de kraakcicades.

No comments:

Post a Comment