Wespspin

De wespspin (Argiope bruennichi) wordt ook wel wespenspin, tijgerspin of wielwebspin genoemd. Het is duidelijk waaraan deze spin de meeste van zijn namen te danken heeft: hij heeft de tekening van een wesp of een tijger. Geel met zwarte strepen (of zwart met gele strepen).

De wespspin heeft zijn gestreepte uiterlijk niet voor niets, want hij valt door zijn tekening goed op voor potentiële vijanden. Die hem het liefst met rust, want er zijn maar weinig insecten die het tegen een wesp (of een tijger) durven op te nemen.

Deze spinnensoort heeft de mens niet op zijn menu staan zijn beet is dus ongevaarlijk voor mensen. Het verhaal wordt natuurlijk iets anders als je een sprinkhaan, libelle of kevertje bent, maar dat is de natuur: eten of gegeten worden. Het betekent echter wel dat de wespspin zijn oog laat vallen op wat grotere prooien dan inheemse spinnensoorten. Die zijn al tevreden met een vliegje of een mugje.
[Foto: Desiree Bouma]
De wespspin is een van de grootste Europese spinnensoorten en de vrouwtjes worden ongeveer 15 millimeter groot, gemeten van de kaken tot aan de punt van het achterlijf, maar door de dikke poten lijkt de spin aanzienlijk groter. Mannetjes worden slechts 5 millimeter groot en worden daardoor veel minder vaak opgemerkt. Een opvallende gewoonde van de wespspin is verder dat hij ondersteboven in zijn web hangt.

De wespspin woonde oorspronkelijk slechts in landen rondom de Middellandse Zee, maar de laatste decennia heeft hij zich gestadig in noordelijke richting uitgebreid. Daardoor komt hij nu in grote delen van Europa voor. We kunnen daarvoor de opwarming van de aarde de schuld geven en daarmee tegelijkertijd onszelf. Behalve wat onnozele politici en lobbyisten voor oliemaatschappijen gelooft iedere wetenschapper dat klimaatveranderingen het gevolg zijn van menselijke activiteit. Het is onze eigen schuld dat we zoveel broeikasgassen de atmosfeer insturen dat daardoor het klimaat negatief beïnvloed wordt. De wespspin doet er zijn of haar voordeel mee en reist mee met de stijgende temperatuur.

Toch gedijen ze hier nog niet zo goed als in het zuiden, want de winters zijn hier soms nog net iets te koud. Daarom zijn wespspinnen, in tegenstelling tot hun zuidelijke soortgenoten, hier nog niet het hele jaar door te vinden. Omdat het aantal warme maanden in Nederland ook nog eens beperkt is, hebben de noordelijke spinnen ook minder tijd om te groeien en blijven ze kleiner dan de spinnen uit het zuiden.

De wespspin is nu in Nederland aangekomen en is voorlopig niet van plan de terugreis te aanvaarden. Hij voelt zich hier thuis.

No comments:

Post a Comment