Tomatenbronsvlekkenvirus

Het tomatenbronsvlekkenvirus (Tomato spotted wilt virus) werd al in 1915 voor het eerst beschreven toen tomaten in Australië ziekteverschijnselen vertoonden. Ondertussen is deze onzichtbare ziekteverwekker een wereldwijd probleem geworden. Het virus heeft het niet alleen gemunt op tomaten, maar heeft een uitzonderlijke uitgebreide waardplantenreeks en schattingen lopen op tot wel 10,000 verschillende plantensoorten. Met zoveel mogelijke infectiebronnen is het niet verwonderlijk dat het tomatenbronsvlekkenvirus grote economische schade oplevert.

Een virus als het tomatenbronsvlekkenvirus heeft een vector nodig, een diertje dat het virus van plant tot plant kan overbrengen, en in dit geval zijn het alleen de jonkies (larven) van een tiental soorten stipsen. Het gaat dan voornamelijk om de in deze serie al eerder beschreven Californische trips (Frankliniella occidentalis), maar ook andere tripsen als de tabakstrips (Thrips tabaci). De echte bestrijding van het virus is niet mogelijk en daarom probeert men die Californische trips in het gareel te krijgen.
In Nederland veroorzaakte het virus al in 2005 problemen op diverse bedrijven waar paprika’s geteeld werden, terwijl twee jaar later melding werd gemaakt van enkele zeer ernstige besmettingen. Het is lastig vast te stellen of een kas vol tomaten, chilipepers of paprika’s besmet is met het tomatenbronsvlekkenvirus omdat de symptomen nogal kunnen wisselen. Iedere plantensoort reageert anders op de aantasting en zelfs binnen een soort kunnen er nog verschillende signalen van besmetting optreden. In de tomaten, chilipepers en paprika’s begint een besmetting met een lichte nerfvergeling in de kop van de plant, die kan overgaan in een bladchlorose (bladvergeling) of chlorose tussen de nerven. Daarnaast kunnen bruine kringen of vlekjes op de bladeren ontstaan en necrotische strepen op de stengel. Vervolgens stokt de groei. Dat alles betekent het einde van de hele plant.

Men hoopt dat teeltwisselingen, het inzetten van biologische bestrijdingsmiddelen als de sluipwesp en het verwijderen van aangetaste planten (en plantenresten), voldoende zal zijn om de ergste economische schade te voorkomen.

Het tomatenbronsvlekkenvirus is van oorsprong een virus dat zich heeft aangepast aan tropische omstandigheden en die klimatologische omstandigheden treft je dus ook in een kas aan. Toch is het succes meer te danken aan et aanpassingsvermogen en de reislust van de tripsen. Het succes van het virus is volgens wetenschappers ook te danken aan een piepkleine mutatie. Juist die ene mutatie stelde het virus in staat om zich aan te passen aan nog meer planten. Het tomatenbronsvlekkenvirus heeft dat gen vermoedelijk afgepikt van een ander plantenvirus en dat betekent ook dat dit virus zich voortdurend aanpast aan veranderende omstandigheden. Men weet dat er verschillende subtypes van het virus circuleren en dat worden er in de toekomst alleen maar meer.

No comments:

Post a Comment