Harig spookkreeftje

Het harig spookkreeftje (Caprella mutica) staat in Engelstalige landen bekend als Japanese skeleton shrimp. Beide namen zijn goed gekozen omdat deze vlokreeftensoort gekarakteriseerd wordt door een heel slank lichaam en lange 'appendages'. Ze staan hun levenlang rechtop en geven dus een spookachtige impressie. De mannetjes kunnen een lengte bereiken van zo'n 5 centimeter. De vrouwtjes zijn twee centimeter kleiner.

Deze vlokreeftjes zijn opportunistische alleseters maar doen zich het liefst te goed aan mosselbroed. Op zich geen probleem als een enkel harig spookkreeftje zich op een mosselbank ophoudt, maar zo werkt het in de natuur natuurlijk niet. Zonder natuurlijke vijanden kunnen er wel 300,000 exemplaren op de vierkante meter leven. Dát is andere koek.
Toen men in 1976 eens ging kijken waar die kreeftjes leefden kon vastgesteld worden dat ze zich in kustwateren van de hele Japanse Zee ophielden. Nu, zo'n veertig jaar later, is de soort over de hele wereld verspreid aangetroffen. Ze worden als een invasieve soort beschouwd in Noord-Amerika en Nieuw-Zeeland.

Harige spookkreeftjes zijn inheems in beschutte wateren in de Zee van Japan (al menen zowel Noord- als Zuid-Korea dat die naam een belediging voor hun land is en stellen al jaren vruchteloos voor om die zee respectievelijk East Sea of Korea of East Sea te noemen). Op eigen kracht verspreiden de harige spookkreeftjes zich nauwelijks en daarom hebben de onbewuste hulp van de mens nodig gehad om zich over de aardkloot te verspreiden. De belangrijkste oorzaak is het onbehandelde ballastwater van zeeschepen dat in de haven wordt geloosd. Andere routes zijn bijvoorbeeld de import van Japanse oesters (Crassostrea gigas).

Ondertussen zijn harige spookkreeftjes ook in ons land aangetroffen. De soort is wijdverspreid in het Waddengebied, de Deltawerken en wordt ook al in gebieden voor de kust waargenomen, Competitie van dit kreeftje met de inheemse familieleden en met name het inheemse wandelend geraamte (Caprella linearis) is aangetoond.

De vlokreeftjes komen voor op kunstmatige ondergronden (kabels, netten, boeien, enz.) en vergelijkbare patronen bij andere probleemsoorten suggereren dat een overstap naar natuurlijke harde substraten, zoals mosselbanken, zeker niet ondenkbaar is. De vlokreeftjes verspreiden zich onopgemerkt doordat ze zich soms vasthechten aan algenmateriaal en die willen nog wel eens wegdrijven onder invloed van stromingen.

Het zijn natuurlijk maar kleine opdondertjes, maar toch leveren de harige spookkreeftjes wel degelijk gevaar op. Denk alleen maar aan de potentiële ziekteverwekkers die ze met zich mee kunnen dragen. Doordat het consumeren van zeewier tegenwoordig een vlucht lijkt te nemen, kunnen mensen ongemerkt ook deze vlokreeftjes opeten. Dat kan vervelende allergische reacties opleveren[1].

De Nederlandse regering heeft het ondertussen al opgegeven en meldt dat bestrijding van de harige spookkreeftjes ondoenlijk is.

[1] Motoyama et al: Allergenicity and allergens of amphipods found in nori (dried leaves) in Food Additives and Contaminants - 2007

No comments:

Post a Comment