Moeflon

Men neemt aan dat de moeflon (Ovis gmelini) een van de twee mogelijke voorvaderen is van ons huidige schaap. Moeflons liepen ooit met veel plezier rond op enkele eilanden in de Middellandse Zee. Onderzoek heeft uitgewezen dat het zeker is dat ze op Corsica, Sardinië en Cyprus hebben geleefd, maar het is niet uit te sluiten dat ze ook op andere eilanden hebben gewoond. Er bestaan enkele duidelijke verschillen tussen de Corsicaanse, Sardijnse en Cypriotische moeflons en daarom noemt men het allemaal ondersoorten van een oermoeflon.

Moeflons zijn van nature schuwe dieren, die enkel gedurende de nacht en in de schemering actief zijn. Zoals alle wilde schapen zijn moeflons te vinden in bergachtige gebieden, gewoonlijk zelfs boven de boomgrens of op bergweiden. Dat heeft een aantal voordelen, zoals het feit dat ze op die hoogte nauwelijks last hebben van vleeseters en daar al het gras voor zichzelf kunnen houden.
[Foto: GeoUniversityNic]
Moeflons hebben hebben een roodbruine vacht met een donkere streep op de rug en wat lichter gekleurde flanken. De onderkant van die beesten is wit en dat is ook de kleur van de onderste delen van de poten. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes hebben horens, maar – zoals altijd – hebben mannetjes natuurlijk weer de grootste. De geslachten leven gedurende het jaar gescheiden van elkaar, maar in ‘het seizoen’ komen ze tijdelijk bij elkaar.

Het dieet van moeflons is gevarieerd, maar eigenlijk eten ze alles waar een wortel aan zit. Deze beesten hebben, net zoals koeien, een meervoudige maag met speciale microben die in staat zijn eenvoudig de cellulose van de plantencellen af te breken.

In zijn natuurlijke habitat heeft de moeflon het lastig want de populaties zijn al jarenlang aan het dalen als gevolg van het verlies van ruimte, jacht en seks met gewonen schapen. Op Sardinië zouden op dit moment nog geen duizend raszuivere moeflons meer leven. Corsica heeft er ongeveer 500 en op Cyprus grazen en zelfs minder dan dat.

Vanaf de achttiende eeuw zijn moeflons gevangen, overgebracht naar diverse Noord-Europese landen en uitgezet als jachtwild. Dat jagers niet altijd een scherp oog hebben was al bekend, maar dat ze zelfs moeflons wisten te missen betekent dat sommigen van hen zeker rijp zijn geweest voor een bezoek aan een brillenzaak of bejaardentehuis.

De in ons land levende moeflons zijn in de jaren twintig van de vorige eeuw uitgezet in het Nationaal Park De Hoge Veluwe. Op dit moment leven er op diverse plaatsen op de Veluwe ongeveer 300 exemplaren en sinds 2005 zijn moeflons uitgezet in Amsterdamse Waterleidingduinen om de Amerikaanse vogelkers te bestrijden. Een exoot om exoten te bestrijden.

No comments:

Post a Comment