Fuji-kers

De Fuji-kers (Prunus incisa) is een oorspronkelijk vanaf het zuidelijkste (grote) Japanse eiland Kyushu afkomstige kersensoort. Daar zijn de temperaturen in de lente al vrij vroeg redelijk aangenaam en de Fuji-kers heeft daarop gereageerd met een vroege en zeer uitbundige bloei. Het is een eeuwoude cultivar en is dus zelfs in Japan al geen puur natuur meer.

Ook in Nederland werd hij om zijn prachtige bloesem in parken en tuinen aangeplant en we weten ondertussen allemaal wat de gevolgen zijn van een ongebreidelde aanplant: verwildering. Tot voor kort waren er weinig waarnemingen, maar de afgelopen jaren zijn in de omgeving van Wageningen echter op meerdere plaatsen verwilderde exemplaren aangetroffen.
Al in 1972 werd herbariummateriaal verzameld in een moerassig elzenbos in de buurt van het natuurreservaat de Hel bij Veenendaal. Pas in 2011 werd de volgende waarneming vastgelegd. Enkele exemplaren werden toen waargenomen ten noorden van Renkum. In 2012 werden in de omgeving van Wageningen twee exemplaren ontdekt. Zeven waarnemingen van de Fuji-kers op de zuidoostelijke Veluwe betekenen dat hij aan een bijkans onstuitbare opmars bezig lijkt te zijn.

Regelmatig is er in de directe omgeving van de boompjes sprake van opslag van andere besdragende soorten. Het is dus aannemelijk dat de smakelijke Fuji-kersen door vogels vanuit tuinen verspreid wordt.

Hoewel hij dus in de bloeitijd zeer opvallend is met zijn prachtige en overdadige bloesem, is de Fuii-kers buiten de bloeitijd is de Fuji-kers maar een onopvallende kleine boom of struik. De hoogste exemplaren zijn niet meer dan een meter of zes hoog. De Fuji-kers lijkt qua boom nog het meest op een wat klein uitgevallen zoete kers (Prunus avium). De paarsrode kersjes meten nog geen centimeter in doorsnede en zijn ongeveer half juni rijp. De smaak lijkt op die van Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina).

Omdat de Fuji-kers nauwelijks opvalt, is het waarschijnlijk dat hij op meer plaatsen verwilderd voorkomt, maar nog niet goed herkend wordt. De recente toename in waarnemingen binnen een beperkt gebied, weerspiegelt dan ook eerder een betere herkenning dan een toename in groeiplaatsen.

Ondanks de uitbundige bloei was de vruchtzetting bij de meeste boompjes de laatste jaren vrij mager. Mogelijk komt dat omdat het vooral om solitaire boompjes gaat en er geen kruisbestuiving plaats kan vinden; mogelijk zijn er tijdens de vroege bloei ook weinig bestuivende insecten actief.

Om een plak in onze bossen te verwerven moet de Fuji-kers de strijd aangaan met een andere bijkans onuitroeibare exoot, de Amerikaanse vogelkers. Dat zal misschien een strijd op leven en dood worden, maar ik voorspel dat beide soorten uiteindelijk een plekje in onze nationale flora zullen verwerven.

No comments:

Post a Comment