Paarse trompetbekerplant

Doe eens een zoekslag met Google met 'paarse trompetbekerplant' en je zult uit de resultaten moeten opmerken dat het een vleesetende plant schijnt te zijn die geliefd is bij een speciaal soort plantenliefhebbers. Zaadjes en plantjes worden op diverse websites en in diverse tuincentra te koop aangeboden. Geen probleem, zo zul je opmerken, we gunnen iedereen toch zijn onschuldige hobby en een leuk vleesetend plantje in je vensterbank of tuin kan toch geen kwaad?

De paarse trompetbekerplant (Sarracenia purpurea) is inheems in grote delen van Noord-Amerika. Neem de kaart van dat continent eens voor je netvlies en kleur daar een stuk land in dat zo'n beetje de hele Atlantische oostkust van de Verenigde Staten, die grote meren in het midwesten tussen Amerika en Canada plus zuidoostelijk Canada omvat. Dáár groeit deze carnivore plant en het opvallende is dat het de enige soort van het geslacht is dat houdt van koele omstandigheden. De meeste vleesetende planten groeien namelijk in de tropen. Deze niet en dat maakt hem ook geschikt voor ons vaderlandse klimaat.
Voor de liefhebbers heeft de paarse trompetbekerplant heeft zonder enige twijfel een aantrekkelijk uiterlijk. Hij houdt, zoals de meeste vleestetende planten van vochtige omstandigheden. Die zijn in een warm tropisch oerwoud eenvoudig te vinden, maar hier in ons land moet je denken aan laagveen. Daar kan de paarse trompetbekerplant zich heel goed thuisvoelen en wacht hij geduldig tot een te nieuwsgierig insect zijn laatste foutje maakt.

De val van de paarse trompetbekerplant is gevuld met een mix van water en enzymen, waarin de prooi verdrinkt en verteerd wordt. Naar beneden gerichte haartjes in de beker zorgen er voor dat die prooi naar beneden gedwongen wordt en ze zorgen dat een vluchtpoging tot mislukken gedoemd is.

De paarse trompetbekerplant maakt gebruik van andere organismen om zijn voedsel te verteren. Men noemt zoiets 'symbiose', een samenwerking van verschillende soorten beestjes zoals muggenlarven, vliegjes, protozoën en bacteriën, die allemaal voordeel hebben van die samenwerking. Samen vormen ze een unieke habitat. De grotere diertjes nemen de gevangen prooi liefdevol tot zich, doen zich er te goed aan en de kleine organismen, zoals de bacteriën, krijgen de resterende delen. De voedingsstoffen die overblijven worden door de plant opgenomen.

In Nederland lijkt de paarse trompetbekerplant zich steeds verder te verspreiden in de vrije natuur. Vooral bij Amsterdam (daar wonen veel mensen met een interessante hobby) en het noordoosten van het land (daar zit veel laagveen).

No comments:

Post a Comment