Oost-Aziatische boktor

Nee, vrienden zullen het nooit worden. De Nederlandse boomkwekers en de Oost-Aziatische boktor (Anoplophora chinensis) zijn zelfs doodsvijanden. Ondertussen worden toch met enige regelmaat levende exemplaren van die boktorrensoort in de Randstad aangetroffen en dat betekent dat de overheid direct strenge maatregelen gaat treffen. In China, Japan en Korea, waar de Oost-Aziatische boktor van nature thuishoort, wordt hij als een lastige plaag gezien.
De boktor is ongeveer 2,5 cm lang, heeft een zwart schild met witte vlekken en heeft antennes die ongeveer net zo lang zijn als het lichaam. Ieder vrouwelijk exemplaar legt tot wel 200 eitjes en ieder eitje wordt afzonderlijk in boomschors gedeponeerd. Nadat de eitjes zijn uitgekomen vreten de larven zich een weg door de schors en vormen zo tunnels, die de stam of tak inlopen. In die tunnel verandert de larve in een pop. Na een maand of acht kruipt een volwassen boktor uit de tunnel op zoek naar eten en een soortgenoot om zich verder te vermenigvuldigen. Veel boktorren betekenen dus veel tunnels. Bomen hebben de neiging om daar niet zo goed tegen te kunnen en zullen uiteindelijk sterven.

In Engelstalige landen wordt hij de citrus long-horned beetle (‘citrus langhoornige tor’) genoemd en dat betekent dat hij zich het liefst in citrusbomen ophoudt, maar de Oost-Aziatische boktor is slim genoeg om zich niet te specialiseren. Hij voelt zich ook in vele andere soorten loofbomen thuis, waaronder de bij ons zeer geliefde Japanse rode ceder (Acer spp) en de ficus (Ficus benjamina). Op die manier weet hij dan af en toe ongemerkt in ons land te komen: vanuit Azië worden in zeecontainers grote hoeveelheden jonge bomen naar Europa verscheept en de insecten liften dan ongemerkt mee. In Nederland aangekomen worden die boompjes dan verder opgekweekt.

Al in 1997 werden de eerste exemplaren van de Oost-Aziatische boktor in Italië aangetroffen. Frankrijk volgde in 2003 en Duitsland in 2004. Nederland was een latertje want hier werd de boktor pas in 2007 voor het eerst ontdekt in het Westland. Om aan te tonen hoe serieus men de bedreiging vond werden direct in een straal van honderd meter alle bomen en struiken verwijderd in een poging de verspreiding van Oost-Aziatische boktor tegen te gaan. Natuurlijk zouden alle planten, die vanuit Azië naar Europese havens worden vervoerd, moeten worden behandeld met bestrijdingsmiddelen, maar dat gebeurt nog niet. Dus treffen we met enige regelmaat kleine populaties van Oost-Aziatische boktorren aan. In 2009 in Boskoop en in 2010 in Hoofddorp.

Als men hier tegenwoordig exemplaren van de Oost-Aziatische boktor aantreft dan worden er direct een aantal maatregelen getroffen. Rondom het gebied waar de boktorren zijn aangetroffen wordt een bufferzone met een straal van twee kilometer ingesteld, alle besmette planten inclusief wortels worden vernietigd, er geldt een handelsverbod en het gebied wordt twee jaar lang streng geïnspecteerd.

[Fred de Vries]

No comments:

Post a Comment