Traliestinkzwam

De traliestinkzwam (Clathrus ruber) heeft zijn naam niet voor niets gekregen, want zijn ietwat ronde vruchtlichaam lijkt alsof hij betralied is. Deze zwam voedt zich door voeding uit rottend plantaardig materiaal te halen. In de meeste gevallen treft je eenzame exemplaren aan, maar soms ook wel in groepjes.

Deze zwam is inheems in delen van Zuid-Europa en Midden-Europa, maar lijkt ook voor te komen van West-Azië (van Iran tot Turkije), via Noord-Afrika (Algerije) tot de Canarische Eilanden. De traliestinkzwam is voor de verspreiding van zijn sporen afhankelijk van vliegen en dat betekent dat die verspreiding beperkt is tot kleine afstanden. Hier in Nederland stammen de eerste meldingen al uit 1735 (nee, geen typefout) en zo'n jaartal valt zo'n beetje samen met het ontstaan van de mode om leuke planten te introduceren om de tuinen buitenhuizen op te fleuren. In Friesland noemen we die soorten stinzeplanten en we weten dat met de grond, de bollen en de zaden vaak ongewilde lifters meereizen vanuit den vreemde.

Toch viel het de eerste tijd wel mee met de introductie van de traliestinkzwam in ons land, want tussen 1735 en het jaar 2000 is er slechts 13 keer een traliestinkzwam waargenomen. Daarna ging het plotseling een stuk sneller. Het opmerkelijke was dat de meeste vindplaatsen zich in of in de buurt bevonden van bamboestruiken. Het was een tijdje de mode om je tuin onderhoudsarm te maken en vol te gooien met grind of schelpen en daarna de eentonigheid (lees: saaiheid) weer te doorbreken met een kluit bamboe.

Uit onderzoek bleek uiteraard dat die bamboe werd geïmporteerd uit Zuid-Europa, de thuishaven van de traliestinkzwam. Het bleek zelfs dat vrijwel alle bamboe, die in Nederland te koop was, oorspronkelijk uit de streek rond de Italiaanse stad Pistoia in Toscane kwam.

Nu is het hier een stuk frisser als in Italië en dus verwachten sommige deskundigen dat het wel mee zal vallen met de introductie van de traliestinkzwam. Het is geen blijvertje, denken de geleerde koppen. Het probleem is echter dat sommige vindplaatsen al jaren bekend zijn en dat betekent dat de populatie strenge winters, kwakkelzomers en alles wat daartussen in zit qua klimatologische omstandigheden heeft weten te overleven.

Nu kunnen we die Italianen wel weer de schuld geven dat ze hun plantmateriaal weer eens niet ontsmet hebben, maar we moeten ook eens leren de hand in eigen boezem te steken, want wij wilden toch die exotische bamboe in onze kunstmatig onnatuurlijke tuinen hebben?

No comments:

Post a Comment