Resistente uitstaande melde

De inheemse uitstaande melde (Atriplex patula) is vertakt, wordt tot 1,5 m hoog en is witbepoederd. De stengels hebben witgroene of roodgroene strepen. Deze melde bloeit van juli tot september. De mannelijke bloem heeft vijf groene bloemblaadjes en vijf meeldraden. De vrouwelijke bloem heeft twee stempels met twee wrattige schutbladen.
Deze plant is een familielid van de als lastig beschouwde amaranten, die akkerbouwers nogal wat overlast bezorgen. Al in 2016 schreef ik hier ietwat bezorgd over de mogelijke resistentie van de amarantfamilie tegen Roundup Ready 2 Xtend. Nu blijkt dat de uitstaande melde ook steeds vaker resistentie heeft opgebouwd tegen het onkruidbestrijdingsmiddel metamitron van Bayer.

Telers van suikerbieten treffen namelijk steeds vaker resistente uitstaande melde aan tussen hun bieten. Limburgse bietentelers merken al enkele jaren dat bespuitingen met de actieve stof metamitron steeds minder goed aansloegen. In 2017 bleek uit onderzoek dat op enkele percelen in Zuid-Limburg de zogenoemde 251-mutanten voorkomen. Deze planten blijken verminderd gevoelig voor metamitron. Dan rest niets anders dan een volledige dosering metamitron na het zaaien en direct na opkomst opnieuw te spuiten.

In België is naast de 251-mutant, rondom Brussel ook de 218-mutant aangetroffen. Die mutant is niet alleen minder gevoelig voor metamitron, maar ook voor de stoffen desmedifam en fenmedifam. Bevat een perceel een hoge bezetting van de 218-mutant uitstaande melde, dan is er eigenlijk geen chemische oplossing meer mogelijk .

Tot op heden zijn drie puntmutaties bekend die resistentie tegen metamitron veroorzaken: de mutatie van alanine251 naar valine, de mutatie van serine264 naar glycine, en de mutatie van leucine218 naar valine[1].

De alanine251 naar valine mutatie veroorzaakt een sterke resistentie tegen metamitron en metribuzin en een zwakke resistentie tegen terbuthylazin en bentazon. De serine264 naar glycine mutatie veroorzaakt niet alleen resistentie tegen metamitron maar ook tegen atrazin, metribuzin, terbuthylazin, lenacil en chloridazon. De leucine218 naar valine mutatie geeft resistentie tegen metamitron en metribuzin, maar slechts een zwakke resistentie tegen fenmedifam, chloridazon en lenacil.

Zo blijkt een inheemse plant toch nog exotisch te kunnen worden als gevolg van menselijk falen. De mutaties zijn namelijk ontstaan doordat boeren werd aangeraden om een zo laag mogelijke dosering metamitron te gebruiken.

[1] Thiel, Varrelmann: Identification of a new PSII target site psbA mutation leading to D1 amino acid Leu218 Val exchange in the Chenopodium album D1 protein and comparison to cross-resistance profiles of known modifications at positions 251 and 264 in Pest Management Science - 2014

No comments:

Post a Comment