Quaggamossel

Ooit leefde er in Afrika een ondersoort van de gewone zebra (Equus quagga) die men de quagga (Equus quagga quagga) noemde. Nadat blanke kolonisten jarenlang meedogenloos op de quagga gejaagd hadden, stierf het allerlaatste exemplaar eenzaam in 1883 in de Amsterdamse dierentuin Artis. De quagga had een opvallende tekening: zijn kop was zwart-witgestreept en zijn poten wit of gelig. Het achterlijf was bruinig gekleurd. Een soort dier dat in Harry Potter niet zou misstaan.

De quagga is tegenwoordig uitgestorven en dat is een ernstig gemis voor diversiteit van de natuur. Diezelfde natuur heeft echter wraak genomen want in de Oekraïnse rivier de Dnjeper leefde een zoetwatermossel met vrijwel dezelfde tekening als die uitgestorven zebrasoort. Geen wonder dat deze mossel bekend werd als de quaggamossel (Dreissena rostriformis bugensis). Met een wetenschappelijke soortnaam als Dreissena is het duidelijk dat deze mosselsoort direct familie is van de al eerder beschreven driehoeksmossel (Dreissena polymorpha).
Met het openstellen van het 171 kilometer lange Main-Donaukanaal in 1992 was de weg vrij voor de quaggamossel om zijn natuurlijke omgeving uit te breiden.

De quaggamossel is een zogenaamde filtervoeder. Dat betekent niets meer dan dat hij water naar binnen zuigt, daaruit zijn voedsel filtert en het afvalwater weer naar buiten zijn schelp spuit. Een handig systeem, maar het lastige is dat de quaggamossel daar wel heel erg bedreven in is en grote hoeveelheden fytoplankton kan wegfilteren. Dat fypoplankton is de voornaamste voedingsbron voor zooplankton, zo'n beetje het kleinste diertje dat de naam diertje mag gebruiken. Met het wegfilteren van het fytoplankton wordt het water helderder, krijgt de zon meer mogelijkheden om dieper in de watermassa door te dringen en uiteindelijk zal het hele ecosysteem veranderen.

Zoals alle andere Dreissena-soorten heeft de quaggamossel het liefst een harde ondergrond. Dat is een overblijfsel van zijn oorspronkelijke rotsige woonplaatsen in de Oekraïne. Hier in Nederland hebben we natuurlijk een zanderige of kleiige bodem, waardoor de quaggamossel aan andere ondergronden moest gaan denken. Tegenwoordig ziet hij kans om zich in grote getale te hechten aan pijpen en afvoeren. Dat levert dus al snel problemen op doordat die pijpen en afvoeren verstopt raken.

Zoals de meeste andere mosselsoorten is ook de quaggamossel voor mensen eetbaar. Maar eetbaar betekent niet direct dat hij voor menselijke consumptie geschikt is. Dat is ook hier het geval omdat de quaggamossel allerlei gifstoffen, allerlei soorten vervuiling, allerlei zware metalen en allerlei ziekmakende micro-organismen (virussen, bacteriën en parasieten) in zich ophoopt. Nee, deze mosselsoort is geen aanwinst voor de Nederlandse natuur en culinaire cultuur.

No comments:

Post a Comment