Casarca

De casarca (Tadorna ferruginea) wordt ook wel roestgans genoemd. Het is een oranjebruine halfgans en is verwant aan de bergeend (Tadorna tadorna), die dus ook een halfgans is.
De casarca heeft een length overall (LOA) van 60 tot 70 centimeter met een spanwijdte van 110 tot 130 centimeter. Het is dus een behoorlijk grote vogel en geen wonder dat men hem een halfgans noemt. Hij is groter dan de gemiddelde eend en kleiner dan de gemiddelde gans. Het verenkleed van zowel het mannetje als het vrouwtje is helder oranjebruin. De kop van het vrouwtje is iets lichter, wat meer kaneelkleurig. Het mannetje heeft in de zomer bovendien een zwarte halsring.

De vogel broedt van nature in het noordoosten van Afrika, Zuidoost-Europa, Centraal-Azië en het zuidwesten van China. De soort overwintert in India en Zuidoost-Azië. Er lijkt een levensvatbare verwilderde populatie te zijn ontstaan in delen van Centraal-en West-Europa, waaronder Nederland.

In de jaren negentig van de vorige eeuw begonnen de aantallen casarca's in de zomermaanden sterk toe te nemen. Die aantallen nemen nog altijd sterk toe, met in 2022/2023 de hoogst getelde aantallen. Het werd duidelijk dat broedvogels van elders naar Nederland trokken om daar de rui door te brengen op onze rustige zoetwatermeren. Hoewel vogels verspreid over waterrijke gebieden in het land opdoken, waren vier ruiplekken favoriet: het Eemmeer, het Lauwersmeer, de Kreupel en de Ventjagersplaten in het Haringvliet.

Tot voor kort ruide het merendeel op het Eemmeer, maar recent is het IJsselmeer - en dan met name De Kreupel - kennelijk ook een aantrekkelijke optie geworden. Daar werden in het jaar 2022 soms bijna 1,500 vogels geteld. Ook het Markermeer (met 251 casarca's) en het Haringvliet (met 215 casarca's) bleken rustig genoeg voor deze vogels. Ook het Volkerakmeer is in opkomst, met soms 148 vogels.

Na de ruitijd bleken de vogels wat uit te zwermen over waterrijke gebieden in Nederland. In de winter- en broedperiode bleken de meeste vogels echter te worden gemeld uit Duitsland en dan met name het stroomgebied van de Rijn in Noordrijn-Westfalen en daarnaast nog veel zuidelijker tot de grensstreek met Zwitserland. Deze regio’s blijken ook broedpopulaties te herbergen. Het is aannemelijk dat de aantallen hier sterk zijn toegenomen. De Nederlandse populatie pleisteraars betreft dus vooral Duitse broedvogels, misschien door overpopulatie gedwongen om hun heil elders te zoeken.

Sinds eind jaren zestig van de vorige eeuw vinden er sporadisch broedgevallen van casarca’s plaats in Nederland. In 2023 werden verspreid over het land tien broedparen gevonden. Het ging in de meeste gevallen om solitaire broedparen. Alleen van de Maasduinen in Noord-Limburg werden twee territoria gemeld.

Bron.

No comments:

Post a Comment