Roetschorsschimmel

de roetschorsschimmel (Cryptostroma corticale) is voor zowel boom als mens een vervelend organisme. Het is een schimmel die zich gespecialiseerd heeft op de gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus). De sporen van deze pestkop groeien eerst een tijd ongezien onder de schors van de boom of opgestapelde boomstammen. De schimmel vreet zich een weg door het hout, veroorzaakt aantasting, waardoor de kroon verwelkt en takken afsterven. Rechthoekige stukjes schors en later langere stroken schors, komen los van de stam waardoor dikke lagen zwarte schimmelsporen zichtbaar worden.
Vermoedelijk is de roetschorsschimmel afkomstig uit Noord-Amerika, want hij is voor het eerst in 1898 beschreven in Ontario, Canada en is via scheepsladingen hout naar Europa overgebracht. Sinds 1945 is de ziekte voor het eerst opgemerkt in Londen (Groot-Brittannië) en heeft zich verder verspreid over Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Bulgarije en Tsjechië. Sinds 2014 wordt de roetschorsschimmel waargenomen in een groot deel van Nederland en België.

De eerste ziekteverschijnselen aan de bomen zijn verdorde bladeren in de kroon. Later ontstaan zichtbare slijmvlekken op de stam en bastafsterving. De schimmel zorgt ook voor een groenbruine houtverkleuring. De sporen ontwikkelen zich snel en in grote hoeveelheden onder het buitenste oppervlak van de schors, een secundaire weefsellaag die fellogeen of kurkcambium genoemd wordt. Onder dat kurkcambium kan een ruimte ontstaan van enkele millimeters die gevuld is met sporen waardoor plekken ontwikkelen die er uit zien als blaren. Uiteindelijk kan de schors scheuren en grote hoeveelheden sporen worden hierdoor zichtbaar, het lijkt dan alsof de stam bedekt is met roet, vandaar de naam roetschorsschimmel. Roetschorsschimmel verspreidt zich door de gehele boom waardoor de boom uiteindelijk afsterft en snel breukgevoelig wordt. Door sporendrift kan een donkere laag sporen op de ondergrond ontstaan.

De roetschorsschimmel kan lange tijd latent in de boom aanwezig blijven tot het moment dat de omstandigheden voor de schimmel optimaal zijn. De schimmel ziet zijn kans schoon als de boom onder hittestress of waterstress staat. Dus bij hogere zomertemperaturen (boven de 25oC) of bij waardeloze regenachtige zomers kunnen de bomen in de problemen geraken.

Maar niet alleen voor bomen vormt de roetschorsschimmel slecht nieuws: ook voor mensen kan hij behoorlijke gezondheidsproblemen opleveren. De sporen zijn hyperallergeen (dus niet super, maar hyper) en veroorzaken een zogenaamde extrinsieke allergische alveolitis (EAA) of hypersensitivity pneumonitis, een ontsteking in de longblaasjes (alveoli) door een allergische reactie in je longen op bepaalde stoffen. Het is daarmee een broertje van de duivenmelkerslong of de champignonkwekerslong. In Amerika noemen ze het de maple bark disease of de maple bark stripper’s disease.

Dit ziektebeeld kan ontstaan bij het werken in bossen met besmette bomen, maar ook door het zagen in (of kappen van) besmet hout. De voornaamste symptomen zijn kortademigheid, koorts, nachtzweet, koude rillingen en gewichtsverlies.

No comments:

Post a Comment