Pruikenboom

We weten waar de pruikenboom (Cotinus coggygria) voor het eerst zijn wortels in de grond plantte, want er zijn fossielen gevonden in westelijk Georgië, ten zuiden van Rusland in de Kaukasus. Die fossielen stammen uit het vroege Plioceen en dat tijdperk besloeg een periode van circa 3.6 tot 2.6 miljoen jaar geleden. Met andere woorden: de pruikenboom gaat al een tijdje mee.
De pruikenboom vormt grote struik die, als hij zijn best doet, in zeldzame gevallen kan opgroeien tot de boom van een meter of zeven hoog. De druppelvormige bladeren zijn wasachtig glad en blauwachtig groen van kleur en die in de herfst prachtig verkleuren met tinten van geel, perzik, rood en violet. Deze soort bloeit met talrijke bloemen met vijf geelroze tot paarsroze pluimen, wat natuurlijk de oorsprong van de Nederlandse naam is.

In Engelstalige landen wordt deze soort ook wel de Venetian sumach of or dyer's sumach genoemd. De pruikenboom is inderdaad een naast familielid van de sumak (Rhus coriaria), waarvan de gedroogde en daarna grof gemalen friszuur smakende purperrode besjes in gebruik zijn als specerij. De benaming Venetian sumach verklaart de uiterst belangrijke positie die Venetië in de Middeleeuwen had als doorvoerhaven van allerlei handelswaar uit de Levant. Vanuit die stad werden specerijen verder Europa ingevoerd. Met de naam Dyer's sumach werd aangeduid dat de pruikenboom ooit ook in gebruik was als een kleurstof voor het inkleuren van zijde en wol. Daarvoor werd het hout van stam en bladhoudende takken ingezet. De kleur die de pruikenboom opleverde was geel met de rossige tint. Het probleem was dat deze kleurstof zich wat te eenvoudig liet wegwassen bij het uitwassen van de kledingstukken, waardoor de kleurstof veelal met andere plantaardige gele kleuren werd gemengd.

Werd de pruikenboom ook in ons land voor dat doel gebruikt? We zullen het nooit weten, maar dat is ook niet de reden dat hij ons land wordt aangetroffen. Daarvoor moeten we vooral de zo decoratieve pluimen en verkleurende bladeren de schuld geven. Hij is daardoor zelfs zo populair geworden dat diverse prijswinnende cultivars zijn ontwikkeld met bladeren die verkleuren tot oudroze, geel, paars, rood of oranjerood. De natuur laat zich weer ringeloren om zich in onze ogen nog mooier te maken dan ze van nature al is.

Voor straf ontsnapt de pruikenboom af en toe aan onze aandacht en besluit om zijn vrijheid weer te hervinden. Daarom treffen we deze exotische soort soms weer in het wild aan. Eenzaam en alleen, maar wel in de vrije natuur.

No comments:

Post a Comment