Australische huisspin

De Australische huisspin (Badumna longinqua) is een spin van middelgroot formaat. Een volwassen vrouwtje kan tussen de 10 tot 13 millimeter groot worden, mannetjes worden doorgaans tussen de 8 tot12 millimeter groot. De spinnen hebben een wit tot grijs behaard kopborststuk en een bruin met wit tot grijs behaard achterlijf met een kenmerkende tekening, bestaande uit een korte middenstreep met daarachter drie v-vormige patronen. De poten zijn afwisselend lichtbruin en roodbruin geringd.

Het rommelig gebouwde web is driedimensionaal en is goed te herkennen aan de zigzaglijnen die met name aan de randen van het web zichtbaar zijn. Het geheel staat in verbinding met een buisvormig holletje van spinsel (de retraite), waarin de spin zich kan verschuilen.

Oorspronkelijk komt de Australische huisspin uit Australië, waar hij voornamelijk in stedelijke gebieden een algemene soort is. Van hieruit is de spin (uiteraard) via handel in met name planten versleept naar diverse werelddelen. De soort heeft zich al sinds lange tijd gevestigd in Nieuw-Zeeland en Noord-Amerika. Daarna is de spin waargenomen in Hawaii, Mexico, Argentinië, Brazilië, Uruguay, Japan en Zuid-Afrika.

Sinds 2010 komt de Australische huisspin ook in Europa voor. In Duitsland werd het eerste exemplaar aangetroffen in een bouwmarkt. Vanaf 2021 is de soort ook in Engeland waargenomen, met name in tuincentra en in tuinen. In oktober 2021 was Nederland aan de beurt: in Zevenhoven (ZH). Daarna volgden waarnemingen in Almere, Uithoorn en Coevorden. Inmiddels is de soort ook in de provincies Groningen, Utrecht en Gelderland aangetroffen.

Hier komt de Australische huisspin veelvuldig voor in kassen, maar kan ook buiten overleven in koelere omstandigheden. De webben worden gebouwd rondom huizen, op auto’s, in struiken, bomen en op bruggen. De spin is dus veel te vinden in de nabijheid van de mens.

De Australische huisspin heeft het vermogen om gebieden massaal te koloniseren en vormt daarmee een potentiële concurrent voor andere spinnensoorten, zoals reeds geconstateerd in andere landen waar de spin zich heeft gevestigd.

Wat betreft prooivoorkeur is de spin opportunistisch, net als de meeste spinnensoorten. Onder andere vliegen, kevers en sluipwespen staan op het menu. Er is vooralsnog weinig bekend over natuurlijke vijanden in Nederland. Vanwege zijn teruggetrokken bestaan zal de Australische huisspin een moeilijk te vangen soort zijn voor vogels. Ook is niet bekend of de spin wordt geparasiteerd door bijvoorbeeld (inheemse) spinnendoders, zoals de fraaie spinnendoder (Gibellula pulchra).

Bron.